Dat zei Remkes donderdag in een reactie op het rapport van de commissie–Leemhuis, waarin staat dat de Nederlandse politie als een concern moet worden bestuurd. De minister sprak van een „evenwichtig" voorstel. Hij vindt dat de politie nog dichter bij de mensen moet staan. Dat betekent dat de burgemeesters „onverminderd" verantwoordelijk blijven voor het gezag.

Volgens Remkes leiden de voorstellen van de commissie niet tot een nationale politie. Hij vindt ook dat de echte aansturing van de politie lokaal moet gebeuren. Wel moet het kabinet volgens de minister de ruimte krijgen om de hoofdlijnen van het beleid vast te stellen. Het kabinet komt rond september met een definitief standpunt over het rapport.

Leidraad daarbij is volgens minister Donner van Justitie dat de verworvenheden van het huidige bestel overeind moeten blijven. Maar ook hij wees erop dat er nog verbeteringen nodig zijn. Zo is er een gebrek aan eenheid van de politie.

Die uit zich onder meer in een gebrekkige uitwisseling van informatie tussen de korpsen door technische beperkingen, terwijl informatie onmisbaar is voor het politiewerk, aldus Donner. In navolging van Remkes benadrukte ook hij dat er geen nationale politie moet komen.

De CDA–fractie in de Tweede Kamer is positief over het rapport van de commissie. De voorstellen zijn een goede aanzet om de toekomst van het politiebestel te bepalen en de hoofdlijnen wijzen „ook de juiste denkrichting aan", zei CDA–Tweede–Kamerlid Algra. „Het rapport constateert terecht dat de invulling van het politiebestel lokaal moet worden verankerd en nationaal moet worden versterkt".