Volgens haar is het een beladen term die velen doet herinneren aan de Tweede Wereldoorlog. Als de Kamer toch van de nieuwe landgenoten eist dat ze zich in het openbaar loyaal verklaren, dan moet de Rijkswet op het Nederlanderschap worden aangepast.

Maar dat kost zeker twee jaar. „Daar wil ik niet op wachten", zei Verdonk dinsdag in een debat met de Tweede Kamer over haar plannen voor een landelijke feestdag voor immigranten die het Nederlands staatsburgerschap krijgen en soortgelijke plechtigheden in de woonplaats van de nieuwkomers.

De overgrote meerderheid in de Tweede Kamer is voorstander van de verplichte ceremonie. De regeringspartijen CDA en VVD en oppositiepartij LPF vinden dat een loyaliteitsverklaring daarvan een onderdeel moet zijn. LPF–Kamerlid Kraneveldt wil naar Amerikaans voorbeeld dat de nieuwkomers niet alleen trouw zweren aan het nieuwe land, maar ook de banden met hun vaderland afzweren.

Verdonk gaat nog met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten praten over de precieze invulling van de bijeenkomsten. De Tweede Kamer vindt dat daarbij het Nederlands volkslied moet klinken. Maar of de nieuwkomers het Wilhelmus ook moeten meezingen, is nog de vraag. De LPF vindt van wel en ook het CDA hoopt dat ze dan zo goed Nederlands spreken dat ze kunnen meezingen. Van de VVD, D66, GroenLinks en de SP hoeven ze niet mee te zingen.

GroenLinks–Kamerlid Azough wil dat nieuwe Nederlanders tijdens het feestje ook een welkomstcadeau krijgen. Ze denkt daarbij aan een gezinskaart waarmee ze gedurende een jaar gratis naar enkele geselecteerde musea kunnen die iets over ons land vertellen, zoals het Zuiderzeemuseum, Madurodam en het Rijksmuseum.