Ledental blijft voor omroep van belang
In het nieuwe omroepbestel blijft het ledenaantal bepalend voor het geld dat een bepaalde omroep krijgt. Onduidelijk is nog hoe het budget van een omroep zal groeien als hij flink boven dat minimumaantal zit.
Verder dienen de publieke omroepen met elkaar te concurreren om programma’s uitgezonden te krijgen. Hiermee kondigde staatssecretaris Van der Laan van Media gisteren haar toekomstvisie aan op de publieke omroep na 2008.
De NPS, met ruim 300 medewerkers, wordt opgeheven. Of actualiteitenprogramma’s als NOVA, Zembla en Buitenhof overeind blijven, is nog onzeker.
Het zogeheten Nederlandse bestel, met verschillende omroepverenigingen, blijft gehandhaafd. De omroepen krijgen echter alleen de garantie dat hun programma’s die vallen onder de noemer „opinie en debat” worden uitgezonden. Alleen voor die categorie krijgen ze een gegarandeerd budget, de helft van hun huidige budget. Als ze programma’s in de categorie „cultuur en overig” willen maken, moeten ze concurreren met de andere zendgemachtigden.
Als die programma-ideeën door de raad van bestuur Publieke Omroep (PO) niet worden goedgekeurd, mogen de omroepen ook bij de commerciële zenders hun product verkopen. In die hoedanigheid worden omroepen beschouwd als een externe producent, zoals bijvoorbeeld Endemol en IDTV dat ook zijn.
Naast de traditionele omroepen mogen ook andere partijen in de categorie ”cultuur en overig” programma’s aanbieden, die dan weer door de raad van bestuur van de Publieke Omroep worden beoordeeld.
De NOS is straks geheel verantwoordelijk voor de categorie ”nieuws en sport”. Omdat de NOS daarin wordt gezien als een onafhankelijke partij, mag die niet meer samenwerken in een opinieprogramma zoals NOVA.
De ChristenUnie vindt het kabinetsakkoord over de publieke omroep een innerlijk tegenstrijdig compromis. CU-kamerlid Slob noemt het „van alles een beetje.” Aan de ene kant worden de omroepverenigingen benadeeld, aan de andere kant benadrukt Van der Laan de waarde van de maatschappelijke verankering van de omroepverenigingen.
EO-voorzitter Van der Veer zei eerder al grote moeite te hebben met de totstandkoming van een orgaan dat moet beoordelen welk programma voor overheidssubsidie in aanmerking komt. Hij vreest dat het „keurend” orgaan godsdienstige programma’s niet weet te waarderen terwijl de kijkers dat juist wel doen.
PO-voorzitter H. Bruins Slot kan zich in grote lijnen vinden in het akkoord. Hij vindt dat de politiek een duidelijke keuze heeft gemaakt voor een eenduidige aansturing van het bestel door de raad van bestuur. Toch denkt hij dat er voldoende waarborgen zijn ingebouwd om te voorkomen dat er een staatsomroep ontstaat.