De gemeente heeft hier een half miljoen euro extra voor het jeugd– en veiligheidsbeleid voor uitgetrokken. Dat geld is een besparing op het jubileumfeest van koningin Beatrix van eind april, dat de PvdA in een motie afdwong. Een van de voorwaarden voor de nieuwe aanpak is dat de uitvoerders kunnen worden afgerekend op de gemaakte afspraken.

In Amsterdam zorgen 120 jeugdgroepen voor overlast. De gemeente pakt de probleemjongeren per groep aan en heeft deze in drie categorieën ingedeeld. De helft van de groepen is vooral hinderlijk aanwezig in de buurt. Ze hangen wat rond, maken zich af en toe schuldig aan kleine vernielingen en zijn er kleine schermutselingen.

Ongeveer 35 procent bestaat uit de overlastgevende groep. Deze jongeren zijn vaak provocerender aanwezig en gebruiken regelmatig geweld. Deze groepen zijn doelbewuster bezig met het plegen van criminaliteit. De laatste groep is de criminele jeugdgroep. Van alle jeugdgroepen die voor overlast zorgen behoort 15 procent tot de criminele groep. Zij komen regelmatig met de politie in aanraking.

De hinderlijke en overlastgevende groepen moeten gezamenlijk worden aangepakt door het verantwoordelijke stadsdeel, jongerenwerk en de buurtregisseurs. Vaste aanspreekpunten moeten er voor zorgen dat de stadsdelen zich aan de aanpak houden. Voor de aanpak van de criminele groepen zijn de politie en het Openbaar Ministerie in Amsterdam verantwoordelijk.

In Amsterdam–West en de Diamantbuurt is al ervaring opgedaan met deze groepsgerichte maatregelen. De probleemgroepen zijn daar geïnventariseerd en de diverse instanties werken al nauw samen. Van de 29 probleemgroepen die in Geuzenveld–Slotermeer zijn geïnventariseerd zijn er sinds het nieuwe beleid dertien aangepakt. Volgens stadsdeelwethouder A. Ederveen van Geuzenveld–Slotermeer zijn in het stadsdeel in het westen van Amsterdam hiermee vier hinderlijke en één criminele jeugdgroep verdwenen. Ook hebben de bewoners minder last van twee overlastgevende en vijf criminele groepen.

Ook het mobiele cameratoezicht is onderdeel van het plan van aanpak voor overlast van jeugdgroepen. Net zoals in Geuzenveld begint de gemeente deze zomer in Amsterdam–Noord met een proef van mobiel cameratoezicht. De camera verhuist mee met de plekken waar de jongeren rotzooi trappen.

Naast meer structuur geven in de aanpak van de probleemjongeren, steekt de gemeente het geld in betere verlichting, het helpen van gezinnen waar de relschoppers uit komen, het begeleiden van jongeren richting werk, stages en bijbaantjes en activiteiten van jongeren– en straatwerkers.

De verantwoordelijke wethouder voor jeugdzaken Aboutaleb wil dat naast deze groepsgericht aanpak ook meer aandacht wordt besteed aan de armoede die vaak aan de basis ligt van deze problemen. „39.000 Kinderen in de stad leven rond de armoedegrens. Kinderen verlaten school omdat hun ouders het vaak niet kunnen betalen".