Groot denken, maar klein beginnen
Laat kinderen van de basisschool zich tien middagen verdiepen in Die Schöpfung van Haydn en aan het eind van de rit voeren ze hun eigen scheppingsoratorium uit. Een utopie? Nee, een waar gebeurd voorbeeld uit het boek ”Onderwijskunst” dat hogeschool Driestar educatief in Gouda woensdag presenteerde. „Wie met Onderwijskunst kennismaakt, zegt: Dit fascineert me.”
Wat is goed onderwijs? Hoe voorkom je dat leerlingen snel weer vergeten wat ze leren? Vragen die elke zichzelf respecterende leerkracht zich stelt. Vragen die woensdag ook centraal stonden op een symposium over Onderwijskunst in Gouda.
De antwoorden zijn vele. De een propageert adaptief onderwijs, de ander constructivisme, een derde het nieuwe leren. „Stop die discussies alsjeblieft”, zegt Driestar-topman drs. Bert Kalkman. „Onderwijskunst biedt alles wat een christelijke leraar nodig heeft om onderwijs te geven dat het hart van de leerling raakt.”
Kalkman verdiept zich al meer dan twintig jaar in Onderwijskunst. Het concept komt uit de koker van de Duitse onderwijskundigen Wagenschein, Berg en Buck. Onderwijskunst werkt met exempels, herkenbare thema’s uit de omgeving van kinderen. Bijvoorbeeld de wereld van insecten, de tijd, het veldboeket of de uitvinding van de boekdrukkunst. Door de leerlingen -soms letterlijk- door de leerstof heen te laten kruipen, beklijft het geleerde beter dan wanneer de leerkracht slaafs zijn lesboekje volgt.
Zelf ontdekken, experimenteren en verwonderen zijn sleutelwoorden in Onderwijskunst. Kalkman: „Dat betekent nogal wat voor de leerkracht. Niet voorkauwen, maar samen met je leerlingen op reis gaan. Op ontdekkingsreis. Je wordt als leerkracht niet betaald om de goede antwoorden te geven, maar om de juiste vragen te stellen. De juiste vragen leiden tot ontdekking van de werkelijkheid.”
Sinds hogeschool Driestar educatief met Onderwijskunst bezig is, haken steeds meer christelijke basisscholen aan. Kalkman: „In Zeeland werkt een koppel scholen aan een exempel over de watersnood. Dat thema komt in het voorjaar van 2006 beschikbaar. Ook in de regio Gouda zijn scholen aan het experimenteren. Verder zijn er her en der individuele leerkrachten met Onderwijskunst bezig.”
Bezwaren hoort Kalkman ook. „Leerkrachten vragen: Wat vindt de inspectie van Onderwijskunst? Haal ik op die manier de kerndoelen wel? En: Zoiets kan ik toch niet alleen.” Wat antwoordt Kalkman? „Probeer het. Denk groot van Onderwijskunst, maar begin klein. Groei kost tijd.”
Het Driestar-directielid geeft een concrete suggestie om met Onderwijskunst aan de slag te gaan: „Kijk als school eens kritisch naar het rooster. Een leerkracht geeft bijvoorbeeld twee keer per week, veertig weken lang een halfuur geschiedenis. Misschien moet je dat anders organiseren. Ga eens een week lang elke middag met de klas aan het werk over Rembrandt of de Tachtigjarige Oorlog, op de manier van Onderwijskunst. De kennis zal veel beter beklijven.”
Wat Kalkman in Onderwijskunst aanspreekt, is dat het concept „perfect” past bij christelijk onderwijs. „Het opent de weg naar de ontdekking van de werkelijkheid. Christelijke scholen zouden zich veel meer moeite moeten getroosten om dat te doen.”
Om misverstanden te voorkomen, zegt Kalkman erbij dat Onderwijskunst geen christelijke uitvinding is. „Maar het past beter bij ons dan veel moderne onderwijsconcepten die zeggen neutraal te zijn, maar intussen van de autonome mens uitgaan.”
Volgens drs. A. de Muynck, een van de sprekers op het congres, heeft elk kind „van nature een verlangen” om nieuwe dingen te ontdekken. „Maar leerkrachten wekken dat verlangen vaak niet, dus gebeurt er niets mee.” Hij pleit voor een wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van Onderwijskunst.
Drs. A. Verweij, binnenkort directeur van acht reformatorische basisscholen in Midden-Nederland, vraagt zich af of Onderwijskunst zich laat uitvoeren binnen de bestaande structuren van het basisonderwijs. „Of moeten we net als Iederwijs aparte scholen gaan oprichten?”
Kalkman: „Het probleem zit niet in de structuur, maar tussen onze oren. Begin ermee, maar kies voor een duurzame route. Je moet Onderwijskunst niet morgen gerealiseerd willen hebben. Als scholen 10 procent van hun lestijd op een Onderwijskunstige manier zouden werken, is dat al heel mooi.”
Kalkman heeft inmiddels „indrukwekkende voorbeelden” van Onderwijskunst gezien. „Ik denk aan het exempel over Anne Frank. Kinderen maken op zo’n indringende manier kennis met de duistere kant van het leven, dat het ze diep raakt.”