Borst zet in op meer artsen en splitsing opleiding
Er moeten de komende jaren nog meer artsen, tandartsen, specialisten en verpleegkundigen komen. Daartoe worden de medische opleidingen fors uitgebreid en eventueel aangepast. Ook kunnen enkele artsentaken worden overgenomen door andere beroepen.
Dat stelt minister Borst van Volksgezondheid in een plan van aanpak over de capaciteit van zorgverleners, dat zij dinsdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Daarin geeft ze een opsomming van de forse uitbreiding van de plaatsen aan medische opleidingen en van het personeel in de zorg. De zorg zat de laatste zes jaar met een banengroei van 19 procent ruim boven de 14 procent voor de gehele economie.
Maar door de verwachte stijging in de vraag naar zorg zullen toch tekorten van zorgverleners blijven en mogelijk zelfs groter worden. Om de in gang gezette wijzigingen in de structuur van de zorg en maatschappelijke ontwikkelingen op te vangen, moet het totale aantal beroepsbeoefenaren groter worden.
Daarom zal Borst de lijn van uitbreiding van de capaciteit van de medische opleidingen versneld voortzetten. „Voorop staat: zoveel opleiden als mogelijk is.” Zij zegt in dat streven steun te krijgen van de opleidingsinstituten, de beroepsgroepen en betrokken koepels.
Omdat door de lange opleiding er pas over een paar jaar meer artsen zijn, wil Borst de specialistenopleiding splitsen. De eerste fase leidt op tot algemeen specialist en de vervolgfase is voor verdere specialisatie. Volgens haar sluit dat ook goed aan op de scheiding tussen ziekenhuizen waar men alleen algemene zorg krijgt of ook high-techzorg. Binnenkort beginnen experimenten met de nieuwe opleidingsvorm.
Om te voorkomen dat afgestudeerde artsen toch niet voor het vak kiezen, zoals vaak gebeurt, denkt Borst aan een financiële prikkel voor beginners. Ook wil ze meer aandacht voor herintreders om het vak weer op te pakken. Zo zijn er 205.000 geregistreerde verpleegkundigen, van wie er 120.000 werkelijk hun beroep uitoefenen. Ook werken maar 12.000 vrouwen als arts, terwijl er 18.000 zijn.
Verder kan de beroepenstructuur zo gewijzigd worden dat hbo-opgeleiden taken van de artsen kunnen overnemen, zoals verloskundigen, optometristen en praktijkverpleegkundigen al doen.