Binnenland

Psychische nood bij Dutchbatters

Van de Nederlandse militairen die de val van de moslimenclave Srebrenica meemaakten, had na terugkeer 40 procent psychische hulp nodig.

Redactie politiek
21 June 2005 10:41Gewijzigd op 14 November 2020 02:40

Dat staat in het boek ”Herinneringen aan Srebrenica. 171 soldatengesprekken”, dat dinsdag aan minister Kamp van Defensie is aangeboden.

Doordat tweederde van de betrokken militairen, Dutchbatters genoemd, niet meer voor Defensie werkt, ontbrak het tot dusver aan een duidelijk beeld van hoe het hun vergaan is in de tien jaar na de val van de enclave. In het boek staat ook dat drie fotorolletjes die belastend zouden zijn voor de Serviërs die de enclave binnenvielen, zijn verdwenen. Het gaat om rolletjes die militairen hebben ingeleverd bij particuliere ontwikkelcentrales.

Een woordvoerder van het ministerie van Defensie zegt dat minister Kamp er alles aan doet om de Dutchbatters goede nazorg te geven, maar dat het in veel gevallen gaat om BBT’ers, mensen met een contract voor enkele jaren, die de dienst al hebben verlaten.

Staatssecretaris Van der Knaap van Defensie zei maandag in een kamerdebat dat hij meer wetenschappelijk onderzoek laat verrichten naar problemen waarmee uitgezonden militairen te maken kunnen krijgen. Verder gaat hij onderzoeken of jonge soldaten kwetsbaarder zijn voor eventuele negatieve gevolgen van een uitzending dan wat oudere militairen.

De bewindsman beloofde dat hij binnen twee jaar de registratie van veteranen probeert rond te krijgen. Defensie hoopt via een nieuwe opzet van de veteranenzorg meer oud-militairen te kunnen bereiken die last hebben gekregen van onverklaarbare lichamelijke klachten of van psychische problemen.

Van der Knaap benadrukte tijdens het overleg dat Defensie een „zorgplicht” heeft ten opzichte van elke militair die is uitgezonden. Maar voor het uitwerken van die zorgplicht heeft hij tijd nodig. Daarom wil hij ieder jaar aan de hand van een voortgangsnota het veteranenbeleid evalueren met de Kamer.

De staatssecretaris waarschuwde voor stigmatisering van uitgezonden militairen door te veel de nadruk te leggen op probleemgevallen. Verreweg de meeste uitgezonden militairen zitten goed in hun vel en zijn blij met de opgedane ervaringen, aldus Van der Knaap.

Van de groep met wie het minder goed gaat, heeft ongeveer 20 procent last van onverklaarbare klachten. Bij een deel van hen verdwijnen die klachten weer, maar circa 3 tot 5 procent blijft kampen met ernstige problemen. In 2004 werden circa 7000 militairen uitgezonden.

Van der Knaap bekritiseerde maandag de opzet van de Veteranendag op 29 juni. De dag kent een ceremoniële, besloten bijeenkomst op het Binnenhof in Den Haag. ’s Avonds is er voor 8000 veteranen en scholieren een feest in de Ahoy in Rotterdam. Ook dat is zonder publiek. „Velen kunnen niet deelnemen aan het programma”, aldus Van der Knaap. Dat moet volgend jaar anders, vindt hij. Hij hoopt dat er dan weer een defilé wordt gehouden op een centrale plaats, waaraan alle veteranen kunnen meedoen.

Dat er op 29 juni geen defilé wordt gehouden, is een bewuste keus van de organisatie van de Veteranendag, omdat er op 5 mei al een defilé was in Wageningen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer