Juweel van Dirksland schittert weer volop
Het sluiscomplex Dirkslandse Sas heeft iets nostalgisch. Dat moet ook Rien Poortvliet gedacht hebben toen hij er in de jaren tachtig een impressie van maakte. Commissaris van de Koningin J. Franssen heropende vrijdagmiddag de grondig gerenoveerde publiekstrekker van het Zuid-Hollandse Goeree-Overflakkee.
De zon weerspiegelt haar felle stralen in het kabbelende water bij het Dirkslandse Sas, een verscholen juweel in het groen van de polder. Een vogel duikt luttele keren driftig in het nat van het havenkanaal in een poging een visje te verschalken. Links van de sluis staat de woning waar, sinds de bouw van het Sas in 1790, ruim 130 jaar lang een generatie sluiswachters woonde.
„Pas in 1924 kwam daar met het vertrek van Cornelis van den Doel een eind aan”, zegt D. Goekoop. „De moeder van commissaris van de Koningin J. Franssen was ook een Van den Doel. Zij stamde rechtstreeks af van de allereerste sluiswachter, Jilles van den Doel.” Als voormalig dijkgraaf van het waterschap Goeree-Overflakkee was Goekoop sterk betrokken bij de renovatie van de sluis, die sinds 2002 de status van rijksmonument heeft.
De aanleiding tot de bouw ervan was dat de haven als gevolg van getijdenbewegingen dichtslibde. Goekoop: „Om de haven op diepte te houden werd een kanaal gegraven, met aan het einde ervan een sluis. De stroming zorgde ervoor dat overtollig slib uit de haven verdween.”
Het Sas van Dirksland moest volgens Goekoop bovendien overtollig regenwater uit de polder naar het Haringvliet afvoeren. „De sluis was in zijn beginjaren nog een hoofdwaterkering”, aldus Goekoop. Hij wijst naar de kade, waar duizenden kinderkopjes liggen. „Langs het 4 kilometer lange havenkanaal lagen vroeger niet minder dan zeven suikerbietenkades. Binnenvaartschepen vervoerden de bieten vanaf het eiland naar de fabriek in Puttershoek.”
De sluis was volgens Goekoop niet alleen belangrijk voor het goederenvervoer. „Ook voor de reiziger had hij een belangrijke betekenis. Burgers die vanuit Amsterdam of Den Haag naar het zuiden reisden, voeren bij Maassluis de Maas over naar het eiland Rozenburg. Daarvandaan ging het per boot naar Voorne en Putten. Bij Hellevoetsluis voeren ze over het Haringvliet naar het Dirkslandse Sas. Vervolgens gingen ze te voet naar Ooltgensplaat, om daar het Volkerak over te steken naar Brabant. Anderen gingen vanuit Dirksland via Herkingen naar Zeeland.”
De belangrijke functie van het Sas als keer-, schut- en uitwateringssluis viel min of meer weg door het Deltaplan dat de overheden in de jaren zeventig lanceerden. Bruggen en dammen verbonden de diverse Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden met elkaar. De natuurlijke getijdenbeweging van het water verdween.
De scheepvaart had geen belang meer bij de sluis en het monument raakte in verval. Vertegenwoordigers van het voormalig waterschap Goeree-Overflakkee, de gemeente Dirksland en de provincie Zuid-Holland staken de koppen bij elkaar. Samen wilden ze het Sas redden van de ondergang. Het kostenplaatje van 1,2 miljoen euro was gauw verdeeld. Europa droeg ook nog zijn financiële steentje bij. Vorig jaar begon de renovatie, die dan nu is afgerond.
„De bouwlieden brachten het metselwerk in de oorspronkelijke staat terug”, vertelt Goekoop, wijzend op de stenen die nog wat wit zijn uitgeslagen. Zwart glimmend ijzerwerk schittert in de zon. „Het ijzer is gezandstraald en geverfd. Ook zijn alle acht sluisdeuren vervangen.”
Een fraai vormgegeven draaibrug vormt als het ware de kroon op het imposante bouwwerk. De brug leidt fietsers en voetgangers naar de andere kant. Schooljeugd fietst er hard overheen, kennelijk niet onder de indruk van de enige echte oude sluis die Goeree-Overflakkee nog rijk is.