Stenengooiers smeten ook takken op weg
Vanuit het groepje van vier jongemannen die op 9 januari stenen gooiden op de A4 bij Rijswijk zijn niet alleen stenen, een zak puin, maar ook takken gesmeten.
Dat bleek woensdagmorgen bij de rechtbank in Den Haag, waar de vier jongemannen terechtstaan. Een steen die vanuit het groepje is gegooid, trof de voorruit van de auto van een 30-jarige automobiliste uit Uden. De vrouw overleed later aan haar verwondingen. Diezelfde avond is er ook een zak puin op een vrachtwagen gegooid. De chauffeur kwam met de schrik vrij.
Op de regenachtige avond van 9 januari gingen de vier, Jeroen van G. (23), Davy V. (19), Frederik B. (18) en Stephan H. (18), met elkaar op stap. Gaandeweg begonnen ze te „dollen” met stokken.
Jeroen en Davy zouden stokken hebben gegooid op de weg. Frederik B. zou tegen Davy hebben gezegd dat er „gekke dingen” konden gebeuren. „Maar Davy luisterde daar niet naar.” Frederik B. ontkende dat hij zelf een paaltje op de weg heeft gegooid.
Of Davy zich voor kan stellen dat automobilisten schrikken als er een tak naar beneden komt? „Enigszins”, antwoordde de jongman vanmorgen. Hij beweerde dat de stokken niet met opzet op het asfalt zijn gegooid. Ook Jeroen van G. zei dat hij niet expres stokken op de weg heeft gegooid.
De politie had na het incident moeite om de verdachten te vinden. De aanhoudingen volgden ruim een week later, na een tip van een getuige. Davy V. heeft als enige bekend dat hij een stuk steen heeft laten vallen. Dat zou hij samen met een andere verdachte hebben gedaan. De derde en vierde verdachte zouden in een auto verderop hebben zitten wachten.
Hoewel de Haagse forensisch-psychiatrische dienst had geadviseerd het viertal voor onderzaak naar het Pieter Baan Centrum (PBC) te sturen, legde de rechtbank dat advies naast zich neer. De deskundigen van de dienst meenden dat het groepsproces een essentiële rol heeft gespeeld bij het misdrijf. Opname in de justitiële observatiekliniek kan alleen als onderzoek naar de geestesvermogens noodzakelijk is. Volgens de rechtbank was dat bij drie van de vier verdachten niet het geval.