Veel problemen onder overlevenden tsunami
Meer dan de helft van de honderden Nederlanders die de tsunami op tweede kerstdag vorig jaar overleefden, kampt met emotionele of lichamelijke klachten als gevolg van de ramp.
Dat blijkt uit een enquête van de projectgroep Tisei, die de emotionele gevolgen van de tsunami onderzoekt. Op de website van de projectgroep kunnen overlevenden en nabestaanden hun ervaringen delen. Vooral de eerste twee maanden werd via de site een groot aantal consulten met hulpverleners aangevraagd.
Veel overlevenden hebben last van herbeleving van de gebeurtenissen, het vermijden van dingen die aan de tsunami herinneren, prikkelbaarheid, slapeloosheid, depressie en andere klachten. Veertig procent heeft geen of matige klachten, 60 procent milde of ernstige klachten.
Dat laatste percentage is hoog, stelt psychiater dr. E. Vermetten, projectleider van Tisei. Gemiddeld houdt een kwart van de mensen klachten aan een traumatische gebeurtenis over.
Ruim de helft van de geënquêteerden heeft last van dissociatie: het gevoel de dingen niet echt te hebben meegemaakt; ruim de helft kampt ook met schuldgevoelens, verklaart Vermetten.
Ergernis heerst over de haperende hulpverlening in het rampgebied. Theologe drs. J. Hilhorst-Klomp ontvangt van de man die haar kort na de tsunami op Sri Lanka rondreed, brieven en e-mails met de noodkreet: „Er gebeurt niets hier. We zien niets van het geld dat jullie hebben ingezameld.” „Het heeft me geraakt dat het geld dat via giro 555 is ingezameld, zo slecht terechtkomt”, zei Hilhorst zaterdag in Utrecht tijdens een ontmoetingsdag van overlevenden van de natuurramp.
„De effecten van het geld dat via 555 gegeven is, zijn beneden alle peil”, zegt M. J. Th. Joziasse, die de ramp op Sri Lanka overleefde en die zelf al vóór de tsunami een project in het gebied had. „Er is geen samenwerking. In sommige provincies zitten 37 organisaties, die elkaar de tent uitvechten. Ze ruziën om een stuk grond en met z’n allen jagen ze de grondprijs omhoog, zodat de plaatselijke bevolking niets meer kan kopen. De grote organisaties weigeren soms samen te werken met kleinere, zelfs als ze elkaars hulp aantoonbaar kunnen aanvullen.”