Tien van de elf rechters van het hof oordeelden donderdagmorgen dat in het plan de rechten van joodse kolonisten die hun nederzettingen moeten verlaten, niet met voeten worden getreden. Het hof keurde daarmee feitelijk het omstreden Gaza-plan van premier Sharon goed.

Dat berichtte de krant Ha’aretz in zijn interneteditie. Verder oordeelde het hof dat de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook in oorlogstijd zijn veroverd en daarom geen deel uitmaken van Israël.

Een meerderheid van de Knesset stemde in februari in met een wet die de evacuatie van 21 nederzettingen in de Gazastrook en 4 van de 120 nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever mogelijk maakt. Kolonisten hadden in twaalf petities om het intrekken of aanpassen van de wet gevraagd.

Yoran Sheftel, advocaat namens de kolonisten, toonde zich niet verrast door de uitspraak van het hooggerechtshof. „Ik ben niet teleurgesteld, want we hadden geen verwachtingen”, aldus Sheftel tegenover Ha’aretz.

De wet voorziet ook in financiële compensatie voor Israëliërs die hun nederzettingen moeten verlaten. In totaal moeten ongeveer 8000 mensen verhuizen. Voor de financiële vergoeding aan individuen en ondernemers heeft de Israëlische regering in totaal 4,3 miljard sjekel (755 miljoen euro) uitgetrokken.

Het hof paste de wet op het punt van de compensatieregeling op enkele punten aan. Het hof oordeelde dat ook personen jonger dan 21 jaar recht op een vergoeding hebben. In de wet was een minimumleeftijd van 21 jaar gesteld.

De regering-Sharon wil aanstaande zomer beginnen met het ontruimen van de nederzettingen. Kolonistenleiders zeiden hun verzet tegen de evacuatie niet op te geven.