Zorgen over kloof tussen wetenschap en religie
Als de levensbeschouwelijke achtergrond van moslimkinderen niet met voldoende respect wordt behandeld, kan dat het verzet tegen de westerse waarden in de hand werken. Minister Van der Hoeven (Onderwijs) ziet het als haar taak daar „tegenwicht” aan te bieden.
De bewindsvrouw zei dat woensdag in Den Haag bij de presentatie van het boek ”Schitterend ongeluk of sporen van ontwerp?” De genoemde overweging ligt tevens ten grondslag aan het debat over wetenschap en religie waartoe Van der Hoeven heeft opgeroepen. De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) zal het debat stimuleren, heeft KNAW-president Frits van Oostrum laten weten.
Haar uitlatingen van de afgelopen weken hebben al een stevig publiek debat losgemaakt, constateerde de minister. Uit de brieven heeft ze geleerd dat er sterke emoties leven over de relatie tussen religie en wetenschap. Van der Hoeven zegt het belangrijk te vinden dat wetenschap en religie niet tegenover elkaar staan. „Dat zou het voor een deel van onze jonge mensen onnodig moeilijk maken om deel te hebben aan een zoektocht naar fundamentele kennis.”
Want Van der Hoeven ziet een kloof tussen wetenschap en religie. Vooral als het gaat om orthodoxe moslims. „Hun opvattingen worden vaak gezien als strijdig met de wetenschap. Omdat wetenschap en wetenschappelijk denken belangrijke pijlers zijn van onze samenleving, wordt dit door moslims al snel ervaren als een aanval op hun levensbeschouwing en daarmee als een aanval op hun plaats in onze samenleving.”
De wetenschappers Ronald Meester, Cees Dekker en René van Woudenberg, de schrijvers van het boek, hebben volgens Van der Hoeven een positieve impuls gegeven aan de dialoog. „Het is een andere benadering van het ontstaan van de werkelijkheid. Of u geslaagd bent in uw benadering, daarover laat ik mij niet uit.”
Het gaat de wetenschappers om het idee dat achter het ontstaan van het heelal en het leven op aarde een bewust ontwerp schuilgaat. „Darwin zei zelf al toen hij oog in oog met het bevruchtingsmechanisme van een orchidee stond: Daar zit een intelligentie achter”, zegt Van Woudenberg. Dat zo’n constatering niet wetenschappelijk zou zijn, is volgens hem onzin. „Wie bepaalt of iets wel of niet in de wetenschap thuishoort?”
De wetenschappers pleiten voor een open debat. „Laat maar zien wat de uitgangspunten van een theorie zijn”, zegt Jan van Bemmel, hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, in reactie op het boek. „Maar we moeten ook bescheiden zijn. We leven in een puntje van de tijd, in een puntje van de werkelijkheid, en we praten over zulke grote vragen. Dit boek maakt zeer bescheiden, ik leg de hand op mijn mond.”