Zelfs zoontje wist niet dat onderduikers joods waren
Dat zijn ouders met broer en zus John en Bela Noach joodse kinderen in huis gehaald hadden, kwam Roland van Witteveen pas na de oorlog te weten. John en Bela hadden het verhaal dat zij Van Witteveen heetten en dat hun ouders bij het bombardement van Rotterdam waren omgekomen, goed geleerd en maakten volledig deel uit van het gezin.
Jan en Gretha van Witteveen–van Burk kregen dinsdag in Groesbeek postuum de Yad Vashem–onderscheiding van de staat Israël voor hun inzet voor John en Bela. Het echtpaar nam broer en zus in oktober 1942, toen zoon Roland bijna acht was, op in het gezin.
Gretha, zwanger van haar derde kind, was vastbesloten hun onderdak te verlenen. „Waarom? Heel eenvoudig: ze had gezien hoe in haar eigen straat een joods gezin uit huis werd gehaald. En ze was daardoor zeer geschokt", zegt Roland. John en Bela overleefden de oorlog. Hun ouders, die in Rotterdam ondergedoken zaten, werden verraden en uiteindelijk in Auschwitz vermoord.
Met de Yad Vashem–onderscheiding eert de staat Israel niet–joden die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben ingezet voor het redden van joden. Zij krijgen de eretitel Rechtvaardige onder de Volkeren. Het Yad Vashem Instituut in Jeruzalem heeft sinds 1953 ruim 20.000 mannen en vrouwen, onder wie bijna 4700 Nederlanders, die onderscheiding toegekend.