Wetenschappers breken lans voor ’intelligent ontwerp’
Met religie heeft het niets te maken, het idee dat achter het ontstaan van het heelal en het leven op aarde een bewust ontwerp schuilgaat. Dat benadrukken de wetenschappers Ronald Meesters, Cees Dekker en René van Woudenberg in hun boek Schitterend ongeluk of sporen van ontwerp?
Daarin verkennen ze de theorie van ’Intelligent Design’, die volgens hen op wetenschappelijke gronden stelt dat de enorme complexiteit van het leven op aarde niet wijst op toeval maar op een ’intelligent ontwerp’. Minister Van der Hoeven (Onderwijs) ontvangt woensdag in Den Haag het eerste exemplaar.
De minister veroorzaakte onlangs beroering in politiek en wetenschap door te pleiten voor een debat over de evolutietheorie en Intelligent Design (ID). Het kabinet heeft haar idee overgenomen.
Dekker, hoogleraar moleculaire biofysica aan de Technische Universiteit Delft, hekelt in het boek de „twijfelachtige karikatuurbeelden" die wetenschappers als Ronald Plasterk en Piet Borst van de ID–theorie geven. Hij onderscheidt ID nadrukkelijk van het creationisme, de stroming die probeert aan te tonen dat het scheppingsverhaal in de bijbel een „natuurwetenschappelijk accuraat verslag" van het ontstaan van de aarde geeft.
ID heeft volgens Dekker niets met religie te maken, en is zeker geen poging om God de wetenschap binnen te smokkelen. Wetenschappers van naam die vraagtekens zetten bij Darwins evolutietheorie, verdienen volgens hem serieuze aandacht.
Voor de drie auteurs staat allerminst vast dat „Darwin eens en voor altijd heeft aangetoond dat wij ten diepste slechts een toevalsproduct zijn". Ze betwijfelen niet dat er van evolutie sprake is. „Waar we minder zeker van zijn is hoe dat heeft kunnen gebeuren, en we zijn er ook niet zo zeker van dat de idee van Darwin voldoende is om werkelijk alle leven op aarde te verklaren".
In de wetenschap is volgens Dekker momenteel een „anti–copernicaanse revolutie" aan de gang. Naarmate duidelijker wordt aan welke uiterst precieze voorwaarden moet zijn voldaan om leven op aarde mogelijk te maken, krijgt de sinds Copernicus verlaten stelling dat de mens uniek is in de kosmos, weer betekenis, aldus Dekker.
„Het is interessant dat er een bewustwording lijkt te groeien dat de condities voor biologisch leven op een bewoonbare aarde zo stringent zijn dat op strikt wetenschappelijke gronden de conclusie gerechtvaardigd lijkt dat wij als mensheid een unieke positie hebben in dit heelal", schrijft Dekker.