Harrewijn (1954-2002)
„Op de middelbare school ging ik vragen stellen: Hoe kan God nu verantwoordelijk zijn voor oorlogen? Tijdens de theologiestudie is er nog meer gaan schuiven. Ik kwam zelfs helemaal los van de kerk. Maar ik was toch op een of andere manier geobsedeerd door de Bijbel en God. Dat wilde ik me niet af laten pakken.”
GroenLinks-kamerlid ds. A. B. Harrewijn is niet meer. In de nacht van zondag op maandag overleed hij op 47-jarige leeftijd aan de gevolgen van een herseninfarct dat hem vorige week donderdag trof. De GroenLinkser kende de gereformeerde gezindte van binnenuit, maar hij raakte los van zijn opvoeding. De Bijbel bleef hem echter inspireren. Dat bevestigde hij nog eens tijdens een SGP-jongerenbijeenkomst in juni vorig jaar in Amersfoort.
Ab Harrewijn werd op 22 november 1954 geboren in Giessen-Nieuwkerk, het tegenwoordige Giessenburg, in de Alblasserwaard. Zijn ouders waren lid van de Nederlandse Hervormde Kerk en voelden zich thuis bij de Gereformeerde Bond. Zijn vader was jarenlang gemeenteraadslid voor de ARP en later voor het CDA.
Het was de bedoeling dat Ab het installatiebedrijf van zijn vader zou overnemen, maar de jonge Harrewijn wilde theologie gaan studeren en zendeling worden. Eenmaal op de universiteit in Utrecht raakte hij op drift. Hij verloor -zoals hij dat enkele jaren geleden zelf zei- „zijn primitieve geloofszekerheden” in de verkiezing, de zes scheppingsdagen en het hiernamaals. Het lidmaatschapschap van de ARP-jongeren werd omgezet in een lidmaatschap van de Communistische Partij Nederland.
„Het rechtvaardigheidsthema en de naastenliefde uit de Bijbel zijn goed blijven hangen”, zei hij. Maar er was ook een negatief aspect: „Ik moest me bevrijden van een bekrompen seksuele en culturele moraal.”
Na zijn studie theologie werkte hij een jaar als wijkpredikant in het Utrechtse Overvecht. In 1983 werd hij industriepredikant in Amsterdam. Harrewijn zette zich daar in voor werkloze en arbeidsongeschikte arbeiders. Hij was daar ook betrokken bij het actiewezen. „De hekkenknipperdominee” noemden sommigen hem. In die periode was hij tevens initiatiefnemer van de werkgroep ”De arme kant van Nederland”.
In 1989 gingen CPN, PPR, PSP en EVP op in GroenLinks. Harrewijn werd in 1990 voorzitter van De Linkerwang, het platform binnen GroenLinks voor levensbeschouwing. Hij deed dat tot 1998, het jaar dat hij plaatsnam in de Tweede Kamer. Daarvoor, in 1995, werd hij gekozen tot partijvoorzitter van GroenLinks. Voor de verkiezingen van morgen stond hij op nummer 11 van de GroenLinks-kandidatenlijst.
Toen Harrewijn in de Tweede Kamer kwam, verkreeg hij rechten van emeritus predikant. Hij bleef ook preken, maar erkende dat zijn toepassing niet het bevindelijke karakter droeg dat hij van huis uit gewend was. Harrewijn was de spreekbuis voor linkse christenen.
Behalve met sociale zaken hield Harrewijn zich in de Kamer bezig met defensiezaken. Hij schreef onder meer een discussiestuk voor zijn partij dat leidde tot een koerswijziging van GroenLinks ten opzichte van de NAVO.
Harrewijn, die liever wat hoger op de kandidatenlijst had gestaan, had volop plannen voor de volgende kabinetsperiode. In zijn vorige maand gepresenteerde boek ”Bijbel, Koran en Grondwet” schreef hij dat er een staatssecretaris voor Godsdienst en Ethiek moest komen. Deze bewindsman moet zich onder meer bezig gaan houden met de integratie van en confrontatie tussen levensbeschouwingen. Zo zou een imam op een christelijke of reformatorische school over de islam moeten vertellen en een predikant over het christendom op een islamschool.