De zelfopgeworpen premierskandidaat was zondagavond te gast bij de JOVD, de jongerenorganisatie van de VVD. Daar zei hij nog altijd niets te zien in het referendum als democratisch instrument. In de Nacht van Wiegel in 1999 bracht hij het tweede paarse kabinet aan het wankelen door in de Eerste Kamer tegen te stemmen. Hij zou dat zo weer doen, zei hij gisteravond.

Volksraadplegingen zijn volgens Wiegel namelijk „de bijl aan de wortel van de democratie.” Politici moeten zelf de problemen aanpakken en ze niet „bij de kiezer over de schutting gooien.”

Dat het referendum over de Europese grondwet op een fiasco voor kabinet en kamermeerderheid is uitgelopen, heeft „de Haagse elite” volgens Wiegel aan zichzelf te wijten. Hij heeft niet doorgehad dat de bevolking genoeg heeft van de Brusselse bureaucratie, de hoge kosten die de EU met zich meebrengt en de pretenties om te komen tot een „Europese superstaat.” Wat Europa betreft, is het nu tijd voor „een jaar of twee nadenken”, vindt Wiegel.

Wat het Liberaal Manifest betreft is Wiegel ook tegen de gekozen minister-president die het document bepleit. Een gekozen kabinetsformateur, door de VVD-achterban afgewezen, vindt hij wel bespreekbaar, maar dan alleen als een aantal partijen vooraf een stembusakkoord sluit, met een ontwerpprogram waarmee ze samen naar de kiezer gaan.

Eerder al liet Wiegel weten problemen te hebben met de passage over de onderwijsvrijheid. Hij ziet de onderwijsvrijheid en de gelijkbekostiging van bijzondere scholen niet als iets onliberaals of als concessie aan de christen-democratie. Hij vindt dat scholen het recht moeten houden heel het onderwijs naar eigen grondslag in te richten.