Dat schrijft hij in zijn woensdag gepresenteerde boek ”De weg naar marktleiderschap”. „Ik ben altijd erg enthousiast geweest over Baan Company. Maar ik heb nooit iemand persoonlijk aangeraden om aandelen Baan te kopen.”

Brieven van gedupeerde beleggers hebben hem geraakt. Maar: „Iedereen heeft ook zijn eigen verantwoordelijkheid, net zoals ik de mijne heb.”

De koppeling tussen beleggen en de christelijke achtergrond van de familie kan Jan Baan al helemaal niet meemaken. „Er waren natuurlijk mensen met mijn kerkelijke achtergrond die uit een vorm van onoprechte vroomheid dachten: Philips wil ik niet kopen, want die lui werken op zondag, laat ik maar Baan nemen, want daar rust Gods zegen op. Zo hebben ze naar hun eigen portemonnee geredeneerd en gedacht dat ze veilig een gokje konden wagen.”

Het verwijt dat hij en zijn broer Paul aandeelhouders hebben benadeeld door op het hoogtepunt stukken te verkopen op de effectenbeurs, vindt Jan Baan onterecht. „Niemand kan Paul en mij ervan beschuldigen dat we gebruik, laat staan misbruik, van voorwetenschap hebben gemaakt.” De broers zeggen hun aandelen juist lang te hebben vastgehouden. „Derhalve is verreweg het grootste verlies van de koersdalingen geleden door Vanenburg Group (toen de investeringsmaatschappij van Jan en Paul Baan, red.).”