Het Proefprocessenfonds Clara Wichmann dagvaart donderdag en dinsdag de Nederlandse staat en de SGP vanwege discriminatie. De voorvechters van vrouwenrechten achten het hopeloos ouderwets dat de SGP de helft van de bevolking in principe niet volwaardig mee wil laten draaien in de partij. De rijksoverheid stimuleert discriminatie door subsidie te verstrekken aan de Staatkundig Gereformeerde Partij, zo redeneert het fonds.

Het proces is het gevolg van andere mislukte procedures tegen de SGP. In 1993 klaagde een drietal vrouwenorganisaties de partij aan wegens vrouwendiscriminatie. Het gerechtshof oordeelde uiteindelijk dat een politieke partij op grond van vrijheid van godsdienst en vrijheid van vereniging „de eigen identiteit” mag beleven.

Daarna kwam de Limburgse juriste Yvonne Franssen. Ze voelde zich niet met het geestelijke gedachtegoed van de SGP verwant, maar wel met het sociaal-economische. Ze meldde zich aan als lid, maar de partij weigerde haar. Daarop schakelde Franssen de rechter in. Die oordeelde dat ze geen belanghebbende was omdat ze de godsdienstige grondslag van de partij niet onderschreef.

Het Clara Wichmann Instituut (CWI), de rechtsvoorganger van het Proefprocessenfonds Clara Wichmann, drong aan op een hoger beroep. Als lokaas beloofde het instituut financiële ondersteuning. Franssen weigerde.

De uitspraak van de rechter bracht het CWI wel op een idee. Als nu eens een vrouw uit de SGP-achterban zichzelf als lid meldde? Zij zou wel belanghebbende zijn, omdat ze de grondslag van de partij onderschrijft. Via advertenties zocht het instituut naar een strijdbare vrouw. Eén jongedame meldde zich. Die haakte echter af nadat ze een gesprek met het hoofdbestuur van de SGP voerde.

Daarop besloot het Clara Wichmann Instituut het over een andere boeg te gooien. De SGP dupeert immers niet alleen een enkel individu, maar een brede groep vrouwen. Daarom ging het instituut op zoek naar maatschappelijke organisaties. Zeven organisaties zegden hun steun toe, waaronder het Nederlands Juristencomité voor de mensenrechten, de Nederlandse Vrouwenraad en de FNV Vrouwenbond.

Met deze steun in de rug startte het Clara Wichmann Instituut in het najaar van 2003 twee zogeheten bodemprocedures. Nu is niet alleen de SGP de klos, maar ook de Staat der Nederlanden. De SGP moet vrouwen als volwaardig lid toelaten, zo luidde de eis van de voorvechters van vrouwenrechten aan het adres van de staatkundig gereformeerden. De rijksoverheid moet met onmiddellijke ingang de subsidie aan de SGP stoppen zolang de partij vrouwen niet als volwaardig lid laat functioneren.

De betrokkenen wisselden in de afgelopen maanden, onder toeziend oog van de rechtbank, schriftelijk hun argumenten. De betrokkenen zijn nu toe aan de openbare behandeling. De staat is donderdag gedagvaard en de SGP zit dinsdag in het verdachtenbankje.

Intussen is het Clara Wichmann Instituut getroffen door een overheidsmaatregel die het de SGP toewenst, namelijk het stopzetten van de subsidie. In het kader van de bezuinigingen draaide minister Donner van Justitie vorig jaar de subsidiekraan, waaruit jaarlijks 550.000 euro wegvloeide naar het instituut, abrupt dicht.

Dit viel bij de SGP uitstekend in de smaak. Nog krijgen SGP’ers pretoogjes als ze hieraan denken.