Nieuwe Waddenbewoners vaker bij hulpverlening
Mensen van de vaste wal die op de Waddeneilanden gaan wonen, kloppen opvallend vaak aan bij een maatschappelijk werker. Dat liet directeur D. Posthumus van de Stichting Maatschappelijk Werk Fryslân in Drachten maandag weten.
Volgens hem hoopt een deel van de nieuwkomers problemen achter zich te laten. De nieuwe start draait vervolgens uit op een teleurstelling. „Waardoor problemen zich opnieuw en meestal sterker profileren”, aldus Posthumus.
Zijn stichting is inmiddels zo veel meer geld voor hulpverlening op de eilanden kwijt, dat Posthumus de gemeenten op de vier Friese Waddeneilanden om extra geld heeft gevraagd.
Het is vooral sociale problematiek waarmee de mensen bij het maatschappelijk werk aankloppen. „Je hebt echtparen met problemen die niet willen scheiden. Door een nieuwe start op een eiland te maken, denken ze dat de moeilijkheden verdwijnen. Maar na een halfjaar manifesteren die hindernissen zich opnieuw. Doordat ze in een gesloten gemeenschap leven en niet in de anonimiteit kunnen vluchten, worden de problemen alleen maar erger”, aldus Posthumus.
Terschelling en Vlieland hebben een maatschappelijk werker op het eiland. Op Schiermonnikoog en Ameland wordt er echter elke week eentje vanaf de wal ingevlogen. „Dat zijn dure dagen. Zeker als de hulpvraag stijgt en we meer inzet nodig hebben”, aldus Posthumus.
Burgemeester P. Verhoeven van Ameland vindt dat Posthumus stigmatiseert. „Ik denk dat maatschappelijk werk een begrotingsprobleem heeft en daarom een aanleiding zoekt om extra geld te kunnen vragen. Deze problematiek is ons niet bekend”, aldus Verhoeven.
Volgens de Amelandse burgemeester heeft hij nog geen aanvraag voor extra subsidie voor maatschappelijk werk binnengekregen.