Regering presenteert opvolger stadsprovincie
Het kabinet presenteert volgende week het wetsvoorstel over de invoering van stedelijke regio’s. Na het sneuvelen van het plan voor stadsprovincies heeft de regering lange tijd gestudeerd op een nieuwe variant voor samenwerking tussen steden die wel op steun kan rekenen van bevolking en Tweede Kamer.
De regering wil zeven stedelijke gebieden verplichten met elkaar samen te werken. Het zijn de regio’s Amsterdam en omgeving, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Arnhem/Nijmegen, Eindhoven en Twente. De regio’s hebben op het moment nog de status van kaderwetgebied, ooit bedoeld als opstap naar de stadsprovincies.
Het kabinet wil dat de stedelijke regio’s met elkaar samenwerken bij onderwerpen als verkeer en vervoer, volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu.
Voorstellen voor stedelijke samenwerking krijgen in de Tweede Kamer steun van een meerderheid van PvdA, D66, CDA en GroenLinks. De VVD is tegen. Woordvoerder Balemans noemt de voortzetting van de zeven huidige kaderwetgebieden in stedelijke regio’s strijdig met het regeerakkoord. Volgens Balemans is in het akkoord duidelijk vastgelegd dat de kaderwetgebieden niet worden verlengd. „Hier is nu toch sprake van."
CDA’er Van der Hoeven noemt het standpunt van Balemans dwaas. „Ook al ligt iets nu vast in het regeerakkoord, dan mag je als regering best vooruit kijken naar een volgende regeerperiode. Daar is niets op tegen."
Thorbecke
De VVD vreest dat met de voorstellen via een achterdeur toch een ‘soort stadsprovincie’ wordt ingevoerd. De VVD zegt te hechten aan het Huis van Thorbecke, de klassieke bestuurlijke indeling van Nederland in drie lagen; gemeente, provincie en rijksoverheid. Met de komst van de stedelijke regio’s zou er een vierde bestuurslaag bijkomen.
Minister De Vries van Binnenlandse Zaken probeerde de VVD eerder al te paaien door bij de stedelijke regio’s te spreken van een bestuurlijke ‘hulpstructuur’. De bestuurslaag is volgens hem ondergeschikt aan de drie hoofdlagen in het openbaar bestuur.