Washington verlicht druk op China
De Amerikaanse regering voelt er niets voor om de kwestie van de Chinese yuan voor te leggen aan de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in Genève. „Ik denk niet dat dat de juiste manier is om het streven naar een soepeler koers voor de yuan te realiseren”, aldus Amerika’s nieuwe handelsgezant Rob Portman zaterdag.
Een groep van 34 Republikeinse en Democratische politici uit het Huis van Afgevaardigden en uit de Senaat vroeg Portman vorige week om concrete maatregelen tegen China te nemen, omdat de te goedkope yuan een oneerlijk concurrentievoordeel voor Chinese bedrijven betekent. Portmans antwoord markeerde de derde keer dat Washington zo’n verzoek naast zich neerlegde. In feite heeft Washington de druk op de Chinese overheid om iets aan de yuan te doen zelfs in belangrijke mate verminderd.
Minister van Financiën John Snow liet tot nu toe duidelijk weten dat hij voorstander was van het vrijgeven van de koers van de yuan, die de Chinese overheid ruim tien jaar geleden koppelde aan de Amerikaanse dollar. Door de daling van de dollar in de laatste jaren daalde de Chinese yuan navenant. Dat bracht de Chinese export uiteraard het extra voordeel van een goedkopere munt die Chinese producten in het buitenland goedkoper maakt. Oneerlijk concurrentievoordeel, menen tal van Amerikaanse politici, want de yuan is al zeker 25 tot 30 procent te goedkoop.
„Dat levert Chinese bedrijven een oneerlijk concurrentievoordeel op, waarvan Amerikaanse werknemers het slachtoffer worden”, aldus Democratisch senator Charles Schumer van New York. Hij is een van de advocaten die het meest fervent roepen om maatregelen tegen China. In zijn halfjaarlijks rapport aan het Congres (parlement) memoreerde minister Snow vorige week wel problemen, maar hij ging niet zover dat hij China beschuldigde van oneerlijke valutamanipulatie. Had hij die term gebruikt, dan was de regering wettelijk verplicht geweest om concrete stappen te ondernemen.
Terwijl Snow in het openbaar blijft aandringen op stappen van China, blijkt achter de schermen dat hij de druk op de Chinese autoriteiten heeft verminderd. Dat kwam voor het eerst naar buiten toen hij vorige week tegenover de commissie financiën van de Senaat verklaarde dat hij er geen bezwaar tegen heeft dat de Chinezen kun koppeling van de yuan aan de dollar voorlopig handhaven. „Als de waarde van de yuan maar verhoogd wordt met 10 tot 15 procent”, aldus Snow. Analisten spraken onmiddellijk van een koerswijziging, hoewel Snows woordvoerder Tony Fratto dat ontkende.
„Natuurlijk is dit een koerswijziging”, aldus Morris Goldstein, chefeconoom van het Institute for International Economics in Washington. „Het is overigens een realistische koerswijziging, omdat Washington erachter is gekomen dat het weinig resultaat oplevert als men Peking massaal onder druk zet”, meent Goldstein. De communistische leiders in China riskeren volgens hem politieke onrust als zij de yuan drastisch in waarde zouden verhogen. „De goedkope yuan bevordert een economisch groeipercentage van 9 procent per jaar. Dat betekent dat miljoenen Chinezen de ketens van hun armoede in de afgelopen jaren konden afwerpen. Als er een eind aan die ontwikkeling komt, kan dat tot politieke onrust leiden”, aldus Goldstein.
Hij wijst ook op het voordeel voor Amerika van de koppeling van de yuan aan de dollar. „Om te voorkomen dat de yuan in waarde stijgt, moet Peking Amerikaans schatskistpapier kopen. Vorig jaar alleen al kocht Peking voor 215 miljard dollar aan Amerikaanse schuldbekentenissen. Amerika leeft boven z’n stand en China is een van onze belangrijkste kredietverschaffers. Als dáár een eind aan komt, dan heeft dat voor óns concrete gevolgen”, waarschuwt Goldstein.
Dat verklaart volgens hem de soepeler opstelling van Washington, waar men er zijns inziens achter is gekomen dat een geleidelijke koerswijziging van China’s muntbeleid over een langere periode voor beide partijen voordeliger is.