CDA’er hekelt vraag in havo-eindexamen
CDA-kamerlid Atsma hekelt de manier waarop een vraag gesteld staat in het havo-eindexamen economie 1,2.
Volgens hem wordt hierin de suggestie gewekt dat het landbouwbeleid van de Europese Unie de landbouw in ontwikkelingslanden tegenwerkt en de nek omdraait. Landbouwminister Veerman is ook niet enthousiast over de vraag, maar zijn partijgenote minister Van Ardenne van Ontwikkelingssamenwerking is er wel blij mee.
In het examen werd de vraag gesteld waarom melkpoeder uit Nederland in Sudan goedkoper kan worden verkocht dan verse melk uit het land zelf. Scholieren kunnen punten scoren wanneer ze de „oneerlijke concurrentie door de lage prijs van (gesubsidieerd) melkpoeder” verwerken in hun antwoord.
Atsma vindt de vraagstelling en het antwoord „suggestief.” Het kamerlid verzocht minister Veerman van Landbouw donderdag de kwestie op te nemen met zijn collega Van der Hoeven van Onderwijs. Veerman noemde het in een kamerdebat een mythe dat het Europese landbouwbeleid geldverslindend en niet eerlijk voor andere landen is. Minister Van Ardenne toonde zich in een ander kamerdebat echter juist heel blij met de eindexamenvraag.
De Kamer schaarde zich donderdag achter het kabinetsplan om scholieren al eerder in het jaar examen te laten doen in vakken waar ze goed in zijn. In 2006 begint op scholen een proef van drie jaar met gespreide examens. Tijdens overleg met onderwijsminister Van der Hoeven maakte een aantal fracties zich wel zorgen over de oprukkende computer bij de examens.
De Kamer maakte zich ook druk over het voornemen van de minister stof over te hevelen van het centraal examen naar de schoolexamens. Van der Hoeven garandeerde dat het centraal schriftelijk eindexamen overeind blijft staan.
Het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) kreeg donderdag vooral klachten over de examens Engels op het vwo en wiskunde op het vmbo. Over die vakken gingen respectievelijk een kleine 2000 en ongeveer 700 telefoontjes.