„Wereld is geschapen werkelijkheid”
Hoe verhouden geloof en wetenschap zich tot elkaar? Prof. dr. Cees Dekker, hoogleraar moleculaire biofysica aan de Technische Universiteit Delft, gaf woensdagavond een antwoord op die vraag tijdens een debat in de Jacobikerk in Utrecht. „De mens is geschapen naar Gods beeld.”
„Geloof en wetenschap is volgens sommigen vloeken in de kerk, of vloeken in het laboratorium”, aldus Dekker. Het beeld bestaat dat de kerk niet zo veel op heeft met wetenschap. Die zou een gevaar vormen voor het geloof. Het gaat daarbij met name om vragen over het ontstaan van de aarde: schepping of evolutie.
Volgens Dekker is het een populair beeld dat wetenschap rationeel en logisch is opgebouwd. Geloof zou subjectief zijn: iets dat je maar moet aannemen. „Volgens sommigen moet je als natuurkundige wel een gespleten persoonlijkheid zijn om in God te geloven. Daartegenover staat de atheïst. Hij heet niet arrogant te zijn, hij denkt alleen beter na.”
Geloof en wetenschap, schepping en evolutie staan dus tegenover elkaar? Prof. Dekker, die in 2003 de Spinozaprijs kreeg voor zijn onderzoek op het gebied van de nanotechnologie, weerlegde die veronderstellingen in allerlei toonaarden. Het christelijk geloof noemde hij een drijvende kracht voor de ontwikkeling van de moderne natuurwetenschap.
Een antwoord op de vraag of de aarde is geschapen of ontstaan door evolutie, ging Dekker niet uit de weg. Het bijbelboek Genesis is voor hem geen natuurkundeboek. Genesis noemde hij een historische realiteit. „Schepping of evolutie staan niet tegenover elkaar en evolutie staat niet tegenover God als Schepper”, aldus Dekker. Wel heeft de aanduiding ”evolutie” volgens hem een aantal betekenissen. Het kan verandering of opvolging van verschillende soorten betekenen, maar ook toevallige variatie of „chemische evolutie in de oersoep.” Atheïsten spreken van „een schitterend ongeluk.”
Prof. Dekker plaatste een atheïstisch wereldbeeld tegenover een theïstisch wereldbeeld: een wereldbeeld zonder God tegenover een wereldbeeld met God. Als christen belijdt hij het theïstische wereldbeeld dat God de aarde en alle levensvormen schiep. Langs welke route Hij dat deed, weet hij echter niet.
Het atheïstische wereldbeeld gaat uit van de oerknal, maar ook dat wordt bepaald door de grens van het weten. De chemische evolutie en vorming van alle soorten van leven zou spontaan zijn ontstaan, maar kan niet worden bewezen. De atheïst zegt dat de mens een soort dier is. Als theïst zegt Dekker dat de mens geschapen is naar Gods beeld.
Volgens Dekker is er sprake van een conflict tussen verschillende wereldbeelden, maar geen tegenstelling tussen geloof en wetenschap. „Een theïstisch wereldbeeld geeft een heel goed passend, rationeel en veel bevredigender perspectief op het totaal van de werkelijkheid dan het kale atheïstische wereldbeeld.” Zijn conclusie luidde dan ook dat de wetenschap die een beroep doet op toeval geen redelijke verklaring kan geven voor het ontstaan van leven.
In het debat speelde de vraag of wetenschap en geloof toch niet gescheiden moeten blijven. Dekker wil daar niets van weten. Volgens hem is de wereld een geschapen werkelijkheid. Het aanroepen van God om een wetenschappelijke verklaring te staven, wijst hij echter af.
Zijn motivatie om wetenschap te bedrijven, is verwondering. „Ik geloof dat God in deze wereld handelt. Hoe Hij dat doet? Daarop moet ik het antwoord schuldig blijven. Eigenlijk weet ik maar heel weinig.”
Op de vraag waar God vandaan komt, zei de hoogleraar: „Hier houdt mijn beeld op. Mijn denken is daar veel te klein voor. Niettemin zie ik in tal van onderzoeksprojecten de glorie van God opdoemen.”
In de hype rond Intelligent Design (ID), waarover onderwijsminister Van der Hoeven een debat wil, mist Dekker tot nog toe de inhoudelijke discussie, zo zei hij.