Doorstroom in hoger onderwijs onvoldoende
Het hoge tempo waarmee in het hoger onderwijs de zogeheten Bama–structuur is ingevoerd, kent een aantal schaduwkanten. De doorstroom van studenten van het hoger onderwijs naar de universiteiten schiet tekort. Ook is onzorgvuldig omgesprongen met de inspraak van studenten en docenten.
Dat concludeert de Inspectie voor het Onderwijs in een maandag verschenen rapport over de invoering van de structuur van bachelors en masters, BaMa ontkiemt. Volgens het rapport heeft de snelle invoering geleid tot grote onzekerheid bij studenten.
Sinds de invoering van het nieuwe stelsel, in 2002, zijn studies aan hogescholen en universiteiten verdeeld in een algemene fase (bachelors) van drie jaar en een masterfase, die doorgaans een jaar duurt. De nieuwe structuur moet de vergelijkbaarheid van opleidingen in Europa vergroten.
Na het eerste jaar werd al zichtbaar dat het hoge tempo ten koste ging van de zorgvuldigheid, aldus het rapport. Zo was er weinig gelegenheid voor intern beraad. Het kwam geregeld voor dat de inspraakorganen niet of niet goed werden geraadpleegd.
Verder schoot voorlichting vaak te kort; studenten kregen wel algemene voorlichting over het bama–systeem, maar de gevolgen voor hun individuele situatie werden minder goed zichtbaar.