Onafhankelijk van de dorpsgrootte worden alle onrendabele buslijnen in 2007 vervangen door een zogenaamd C–net. Dat C–net gaat uit taxi’s bestaan die vooraf besteld moeten worden. Gebruikers van die taxi’s betalen naast het strippenkaarttarief 2 euro extra.

„Op die manier willen we voorkomen dat er misbruik van het C–net wordt gemaakt, door bijvoorbeeld fietsers die tijdens een regenbuitje de taxi bestellen", aldus de woordvoerder van de provincie.

Naast het C–net komt er vanaf volgend jaar verrassend een A–net en een B–net. Het A–net zijn de zeer rendabele lijnen tussen meestal grotere plaatsen die geen treinverbinding hebben. Het B–net moet ook rendabel zijn, maar heeft vooral als functie passagiers naar een A–lijn of een treinstation te vervoeren. Friesland verwacht dat 10 procent van de busreizigers op het C–net is aangewezen. Hoeveel mensen dat zijn kon de provincie niet zeggen. Overigens moet Friesland per ritje via het C–net, ondanks de 2 euro extra reizigersbijdrage, toch nog 23 euro bijpassen.

Friesland stapt door dit nieuwe bussysteem af van een systeem dat vorig jaar nog werd bedacht. Daarbij werd afhankelijk van de plaatsgrootte bepaald hoe vaak en wanneer de bus zou rijden. „In het nieuwe systeem is het theoretisch mogelijk dat een klein dorpje een B– of A–lijn krijgt, als blijkt dat de lijn rendabel is. We gaan dus van aanbodafhankelijk naar vraagafhankelijk openbaar vervoer", aldus de zegsman.

Friesland krijgt jaarlijks van het Rijk 26 miljoen euro om het busvervoer te organiseren. „En we willen daar geen eigen geld bijleggen, ook al verwachten we dat in de toekomst de rijksbijdrage nog verder daalt", aldus de woordvoerder. Eind dit jaar wordt het busvervoer in Zuidwest–Friesland en Zuidoost–Friesland overigens opnieuw aanbesteed voor de periode vanaf 2007. In beide regio’s is Arriva nu nog de exploitant.