Verdachten brandstichting Uden voor rechter
Vijf tieners zullen woensdag 18 mei voor de rechtbank in Den Bosch verschijnen op verdenking van brandstichting in de Udense islamitische basisschool Bedir en een poging tot brandstichting in de Udense moskee. De school, die plaatsbood aan ongeveer honderd leerlingen, brandde op 9 november vorig jaar geheel af. De brandstichting vormde een onderdeel van een reeks aanslagen dan wel pogingen daartoe op overwegend islamitische doelwitten, na de moord op Theo van Gogh op 2 november in Amsterdam.
Bij wijze van uitzondering verleent de rechtbank aan de media toestemming gedeelten van de zaak bij te wonen. Normaliter worden strafzaken tegen minderjarigen omwille van privacybescherming achter gesloten deuren behandeld. Gezien het grote maatschappelijke belang van de zaak mogen journalisten de behandeling van de feiten en achtergronden in de rechtszaal bijwonen. Zij krijgen na afloop een samenvatting van het standpunt van de officier van justitie, inclusief de strafeisen. Ander publiek wordt buiten de zaal gehouden. De uitspraak, gepland op 1 juni, is wel voor iedereen toegankelijk.
Het in de as leggen van de Udense basisschool leidde tot grote beroering. Op het schoolgebouw waren leuzen geklad die verwezen naar de moord op Van Gogh. De Udense bevolking hield een stille tocht en premier Balkenende bracht een bezoek aan de Brabantse gemeente. Hij sprak daar met leerlingen van de school en hun ouders.
De jeugdige verdachten verbleven na hun arrestatie in november geruime tijd in voorlopige hechtenis. Inmiddels zijn zij allen weer op vrije voet, in afwachting van hun proces. De groep wordt tevens verdacht van een poging brand te stichten in de moskee in Uden.
Op eerste paasdag is een poging gedaan de nieuwe behuizing van de Bedir–school in brand te steken. De schade bleef toen beperkt. De politie arresteerde een 17–jarige jongen op verdenking van dit misdrijf. Inmiddels is er permanente camerabewaking ingesteld bij de school.