Teleurstelling over Srebrenica-verhoor
De vrouw en de twee kinderen van de Srebrenica-vermiste Rizo Mustafic hebben donderdag teleurgesteld gereageerd op de uitkomsten van het eerste getuigenverhoor in deze zaak. Voor de rechtbank in Den Haag werd Dutchbat-personeelsfunctionaris B. Oosterveen verhoord.
Tijdens het verhoor werd duidelijk dat een misverstand heeft geleid tot de hoogstwaarschijnlijke dood van Mustafic, die in juli 1995 voor Dutchbat werkte als elektricien. Oosterveen vertelde de man dat hij moest vertrekken van het fabrieksterrein waar Dutchbat hoofdkwartier hield en waar duizenden doodsbange moslims zich hadden verzameld na de val van de enclave.
De militair wist niet dat Mustafic en zijn familie op een lijst stonden van lokale mensen die samen met Dutchbat zouden worden geëvacueerd. Van Rizo Mustafic is sindsdien niets meer vernomen. Rond de val van Srebrenica vermoordden de Bosnische Serviërs tussen de 8000 en de 10.000 moslimmannen en -jongens.
De vrouw, dochter en zoon van Mustafic overleefden de massamoord en vonden asiel in Nederland. Ze woonden het getuigenverhoor bij, maar wilden er zelf geen commentaar op geven. „De familie had meer verwacht van dit verhoor”, zei hun advocate L. Zegveld. „Meneer Oosterveen herinnerde zich opvallend weinig. Dat is teleurstellend voor mijn cliënten. Bij hen staan de gebeurtenissen voor altijd in het geheugen gegrift.”
De vrouw en de kinderen van Mustafic waren erbij toen Oosterveen een kort gesprek voerde met hun man en vader. „Hij zei dat hij op de compound wilde blijven”, wist Oosterveen zich te herinneren. „Ik heb gezegd dat dat niet mogelijk was en dat hij weg moest gaan.”
De nabestaanden van slachtoffers van de val van Srebrenica hopen door de getuigenverhoren meer duidelijkheid te krijgen over wat er nu precies is gebeurd op de desbetreffende dagen in juli 1995. Na de verhoren beslissen ze of ze een rechtszaak beginnen tegen de Nederlandse staat. De nabestaanden willen uiteindelijk komen met een schadeclaim.