Kritiek op plan voor jonge Antillianen
Het plan van de ministers Verdonk en Pechtold om voorwaarden te verbinden aan de komst van jonge Antillianen naar Nederland, stuit op breed verzet. De linkse oppositie liet woensdag meteen weten het onacceptabel te vinden.
Het kabinet spreekt morgen over het akkoord dat de twee ministers bereikten.
Volgens dit akkoord moeten Antillianen van tussen de 18 en 24 jaar terug naar hun eiland wanneer ze drie maanden na aankomst in Nederland nog geen zicht hebben op werk of een opleiding. Verder zouden rechters ook moeten kunnen besluiten Antilliaanse probleemjongeren terug te sturen.
De coalitiepartijen CDA en VVD en oppositiepartij LPF kunnen zich in grote lijnen vinden in een plan dat aansluit bij de sociale vormingsplicht die de Antillen zelf stellen bij een vertrek naar Nederland. Volgens de Antilliaanse regering dreigt Nederland zich echter schuldig te maken aan regelrechte discriminatie van mensen met een voluit Nederlandse nationaliteit.
Om die reden zien ook de linkse oppositiepartijen in de Tweede Kamer helemaal niets in het plan. De PvdA vindt het uitzetten van Antillianen zonder strafbaar feit „onwenselijk en juridisch onhaalbaar.”
De SP constateert dat de plannen niet zijn afgestemd met de Antilliaanse regering en noemt dat een „kanjer van een blunder” die „de koloniale houding van minister Pechtold” aantoont. GroenLinks vindt het plan discriminerend.
Premier Ys van de Nederlandse Antillen vindt dat het punt van de agenda moet tot er met de Antillen over het onderwerp is overlegd. Ys stuurt zo snel mogelijk een brief naar premier Balkenende om hem te verzoeken het punt van de agenda te halen. Ook gaat hij Balkenende telefonisch duidelijk maken wat het Antilliaanse standpunt is.
Ys is fel tegen de plannen, die volgens hem discriminatoir zijn en ervoor zorgen dat Antillianen als tweederangs burgers worden beschouwd. Volgens Ys worden de relaties tussen Nederland en de Antillen hierdoor ernstig beschadigd.
Bovenal is Ys erg teleurgesteld dat er niet is overlegd met de Antillen. „Nederland weet hoe belangrijk dit onderwerp voor ons is”, aldus de premier. „We hadden op z’n minst mogen verwachten op de hoogte gesteld te worden. In plaats daarvan heb ik het via de media moeten vernemen. En dat terwijl minister Pechtold op dit moment nog wel op werkbezoek is op de Antillen.”
Ook diverse hoogleraren twijfelen aan de juridische houdbaarheid van het plan. Volgens hoogleraar staats- en bestuursrecht J. Peters wringt het voornemen van Verdonk en Pechtold met het gelijkheidsbeginsel. Internationale verdragen verbieden volgens hem onderscheid te maken in groepen met hetzelfde paspoort. Zijn collega Rogier noemt het een „onmogelijkheid.”
De juristen van het ministerie van Justitie zijn echter overtuigd dat de nieuwe regeling niet strijdt met de grondwet of met Europese wetgeving, stelde minister Verdonk woensdag. Ze voegde eraan toe dat voor Antilliaanse probleemjongeren zonder toekomstperspectief „geen pappen en nathouden” meer past.