Hof acht moord op Bussink niet bewezen
Het gerechtshof in Arnhem acht niet bewezen dat de 31-jarige Pascal F. uit Utrecht in 1995 in Ede verzekeringsagent Anton Bussink heeft doodgeschoten. Het hof heeft de Utrechter daarvan woensdag vrijgesproken.
Het hof legde de Utrechtse man wel twintig jaar celstraf en tbs met dwangverpleging op voor de moord op de studente Nadia van de Ven in Utrecht in 2002.
De Utrechtenaar kreeg eerder van de rechtbank in Utrecht levenslange gevangenisstraf opgelegd voor beide moorden. Voor het hof eiste de advocaat-generaal opnieuw levenslang tegen de man, die beweert dat hij het slachtoffer is geworden van anderen, die hem de moorden in de schoenen proberen te schuiven.
Toen de politie de Utrechtse man na de moord op Nadia van de Ven aanhield, had hij speciaal geprepareerde kogels in zijn bezit. In zijn woning vond de politie onderdelen van een van het leger geroofde uzi, waarmee de speciale kogels afgevuurd konden worden. Hoewel Anton Bussink zeer waarschijnlijk met dezelfde soort kogels uit hetzelfde wapen is vermoord, staat volgens het hof niet vast dat de schutter in 1995 en in 2002 een en dezelfde persoon is geweest.
Ook vindt het hof dat niet is bewezen dat de Utrechtse man op 29 november 1995 in Ede is geweest. Volgens het hof kan redelijkerwijs niet worden verlangd dat de verdachte na zoveel jaren nog precies kan zeggen waar hij op de dag en het tijdstip van de moord was, temeer daar er geen motief voor de moord op Bussink is gevonden noch enig verband tussen beide mannen. Daarom spreekt het hof de man van de moord op Bussink vrij.
Het hof acht de moord op de 25-jarige Nadia van de Ven, die bij de verdachte in een huis aan de Utrechtse Weerdsingel woonde, wel bewezen. De jonge vrouw is door vijf kogels getroffen. Telefoongesprekken die de moeder van de verdachte kort na de moord heeft gevoerd, en die de politie heeft afgeluisterd, leveren daarvoor doorslaggevend bewijs, aldus het hof. Er zijn specifieke details genoemd, die de ouders niet anders konden weten dan door mededelingen van de verdachte.
Volgens het hof is de moord op de studente „een afgrijselijke daad naar aanleiding van enkele onbeduidende meningsverschillen over een wasdroger en een wasmachine, het houden van katten in huis en het plaatsen van fietsen in de gang. Door deze futiele aanleidingen heeft verdachte onpeilbaar verdriet bij de nabestaanden veroorzaakt”.
Het Arnhemse gerechtshof wil echter geen levenslange celstraf opleggen, omdat de Utrechtse man tot aan zijn arrestatie in 2003 nooit eerder met justitie in aanraking is geweest. Maar het hof gelooft wel dat de 31-jarige man aan een psychische stoornis lijdt. Er is een serieuze kans op herhaling van heftige geweldsuitbarstingen volgens deskundigen. Daarom vindt het hof de hoogst mogelijke tijdelijke gevangenisstraf in combinatie met gedwongen behandeling de meest rechtmatige straf voor deze man.