Onderzoek naar Pop Lodi bijna klaar
De Italiaanse financiële toezichthouder Consob heeft het onderzoek naar mogelijke samenwerking tussen Banco Popolare di Lodi (BPL) en andere aandeelhouders van Banco Antonveneta bijna afgerond.
ABN AMRO had Consob gevraagd deze mogelijke samenwerking bij het verwerven van aandelen Antonveneta te onderzoeken. Gedurende het weekeinde zijn Consob-medewerkers bijeengekomen om de zaak af te ronden, meldden betrokkenen. De Italiaanse zakenkrant Finanza & Mercati schreef zaterdag dat de toezichthouder zal oordelen dat Pop Lodi heeft samengewerkt met andere aandeelhouders. De krant baseert zich op adviseurs van ABN AMRO.
Een dergelijke uitkomst versterkt de positie van ABN AMRO in het overnamegevecht met BPL rond Antonveneta. De Nederlandse bank krijgt daarmee een goed argument in handen om de recente vervanging van de top van Antonveneta door BPL aan te vechten. De bestuurders die het bod van ABN AMRO steunden, werden vorige week zaterdag ingewisseld voor topmensen die Pop Lodi welgezind zijn.
Bij constatering van samenwerking kan de beurswaakhond BPL verplichten een bod uit te brengen op Antonveneta. BPL controleert dankzij de samenwerking dan namelijk meer dan het wettelijke maximum van 30 procent van de aandelen Antonveneta. Nu zit het belang van Popolare di Lodi net onder deze grens. Maar het verplichte bod in contanten ligt met 23 euro per aandeel 2 euro lager dan het bod van ABN AMRO, daardoor zal het geen effect op de overnamestrijd hebben. BPL bracht eerder een gemengd bod in aandelen en obligaties van 26 euro uit op Antonveneta.
De Italiaanse centrale bank keurde vrijdag de overnameplannen ABN AMRO in dat land goed. Het fiat van centraal bankier Antonio Fazio betekent dat ABN AMRO zijn bod op de Italiaanse bank Antonveneta formeel kan uitbrengen. De Nederlandse bank bezit ruim 20 procent van de aandelen Antonveneta en kan nu proberen alle stukken te verwerven. Banca d’Italia heeft niet eerder een buitenlandse bank toestemming gegeven voor een volledige overname.