Afkeer van stoere taal
Het tweede kabinet-Kok is er niet in geslaagd vaart te krijgen in het terugsturen van uitgeprocedeerde asielzoekers. De nieuwe Vreemdelingenwet daarentegen is een „huzarenstukje” van voormalig staatssecretaris Cohen (Vreemdelingenzaken).
In een notendop is dat de visie van prof. mr. T. P. Spijkerboer, hoogleraar migratierecht aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam, op het asielbeleid van paars II.
Vreemdelingenbeleid is een heet hangijzer. Fortuyn wil de teugels aanhalen: minder asielzoekers, strengere normen voor gezinshereniging. Met zijn opvattingen weet hij -vooralsnog- een fors deel van de Nederlandse samenleving te mobiliseren.
Prof. Spijkerboer, die zelf ter linker zijde van het politieke spectrum zit, bekijkt het „stoere geschreeuw” van mensen als Fortuyn met de nodige scepsis. „Fortuyn kan wel wíllen dat er ieder jaar hooguit 20.000 asielzoekers naar Nederland komen, maar daar heeft hij weinig over te zeggen.”
De toestroom van asielzoekers heeft vooral te maken met internationale brandhaarden, betoogt Spijkerboer. „Tot 1991 kwamen er jaarlijks ongeveer 15.000 asielzoekers naar Nederland. In de jaren daarna ging het ieder jaar om 30.000 tot 50.000 mensen, in golfbewegingen. Die stijging heeft direct te maken met de oorlog op de Balkan en de val van het IJzeren Gordijn.”
Critici vinden dat er te veel asielzoekers naar Nederland komen.
„Nederlandse politici, zoals VVD-kamerlid Kamp, kunnen wel allerlei stoere, harde taal uitslaan, maar als bij wijze van spreken morgen België ontploft, koop je daar weinig voor. Dan heb je niks aan onze mooie wetjes. Dan staan er mensen op de stoep.”
Weerbarstig
Het zou goed zijn als een rechts bewindspersoon de komende jaren de scepter gaat zwaaien over Vreemdelingenzaken, stelt de hoogleer migratierecht. Fortuyn zelf claimde die portefeuille vorige week, mocht zijn partij in het nieuwe kabinet belanden. Spijkerboer: „De laatste twintig jaar was deze post altijd in handen van de meest linkse coalitiepartij, dus van de PvdA of het CDA. De rechtse coalitiepartijen konden oppositie voeren. Maar de beste stuurlui staan aan wal. Ook een rechtse staatssecretaris van Vreemdelingenzaken zal merken dat de problematiek van asielzoekers uiterst weerbarstig is. Ook hij of zij zal met het hoofd tegen de muur lopen. Je kunt mensen uit de opvang knallen, je kunt voorzieningen soberder maken, maar je kunt je grenzen niet sluiten. Nederland is nu eenmaal een open samenleving, dat heeft ook met de economie te maken. Mensen blijven dus komen.”
Duistere toestanden
Openheid over problemen onder vreemdelingen in Nederland wil Spijkerboer niet uit de weg gaan. „De VVD hamert erop dat meer dan de helft van oudere Turkse en Marokkaanse mannen in de WAO zit, tegenover zo’n 15 procent van hun Nederlandse leeftijdgenoten. Die openheid is goed. Dan kan er wat aan de problematiek worden gedaan.”
Anderzijds is Spijkerboer huiverig voor dit soort debatten. „Je kunt dit soort cijfers ook misbruiken. Fortuyn en veel burgers kunnen er allerlei duistere toestanden achter zoeken.”
Er leeft ongenoegen onder veel burgers. Ze vinden dat nogal wat allochtonen sociale voorzieningen misbruiken.
Spijkerboer: „Ik ben in het geheel niet overtuigd van dat grootschalige misbruik van voorzieningen. Ik word er vrij verdrietig van als allochtonen meteen in de verdachtenhoek worden gezet. Je kunt ook zeggen: Marokkanen en Turken hebben het zwaardere werk gedaan. Daardoor zijn ze eerder uitgeschakeld.”
Het Nederlandse volk zit in „een soort spagaat” als het gaat om asielbeleid, constateert Spijkerboer. „Enerzijds leeft er onbehagen als er een groot asielzoekerscentrum in de buurt komt. Die huiver kan ik me overigens goed voorstellen. Anderzijds is Vluchtelingenwerk een van de grootste vrijwilligersorganisaties van Nederland en blijken gemeenten toch uit hun stoel te komen als asielzoekers op straat dreigen te belanden.”
Opgezadeld
Terugkijkend op vier jaar paars asielbeleid, noemt Spijkerboer het terugzenden van uitgeprocedeerde asielzoekers het grootste pijnpunt. „Het blijkt niet te lukken om uitgeprocedeerden ook daadwerkelijk het land uit te krijgen. Ieder jaar zijn er zo’n 40.000 asielaanvragen. Ongeveer de helft daarvan wordt afgewezen. Dus jaarlijks moeten er zo’n 20.000 mensen terug. Dat zijn gigantische aantallen. Daar doemen dus ook grote problemen op. We weten niet hoeveel van die 20.000 er in de illegaliteit verdwijnen, naar hun eigen land gaan of naar een ander land vertrekken.”
De rijksoverheid heeft de gemeenten opgezadeld met de problematiek van de uitgeprocedeerden, zegt Spijkerboer. „Je kunt 20.000 uitgeprocedeerden niet in gevangenissen stoppen. Daar hebben we de capaciteit niet voor. Gevolg is dat gemeenten en hulporganisaties allerlei voorzieningen treffen om mensen die op straat komen te staan, toch onderdak te bieden. Als kinderen of gezinnen immers geen dak boven hun hoofd hebben, roept dat bij de Nederlandse bevolking emoties op.”
Gezinshereniging
Ronduit positief is de Amsterdamse hoogleraar migratierecht over de technische kanten van de nieuwe Vreemdelingenwet. „Als jurist zeg ik: Die wet is een goeie technische exercitie geweest. De wet kent een heldere structuur. De wet van 1994 was een ramp. Daar stond bijvoorbeeld in dat asielzoekers uit veilige derde landen, dus landen niet behorend tot de Europese Unie, geen asiel in ons land aan mogen vrágen. Dat is natuurlijk onzin. Als je ”asiel, asiel” roept, heb je die aanvraag al ingediend. Dat punt is in de nieuwe wet aangepast. Nu staat er dat de aanvraag uit veilige derde landen moeten worden afgewezen.”
Als gevolg van de nieuwe Vreemdelingenwet krijgen asielzoekers nu allemaal één -voorlopige- status. „Voorheen waren er wel drie, vier statussen. Dat bevorderde de duidelijkheid niet. Asielzoekers konden eindeloos in beroep gaan.”
Belangrijke aanscherping is verder het zogeheten landenbeleid, signaleert Spijkerboer. „Voor 1998 waren er een stuk of zes landen die door Nederland als gevaarlijk voor vluchtelingen werden beschouwd. Nu is dat nog maar een enkel land, zoals Sudan.”
Gezinshereniging is de laatste jaren minder makkelijk geworden. „De eisen zijn aangescherpt, niet alleen voor vreemdelingen trouwens, ook voor Nederlanders. Een Nederlandse man kan minder makkelijk een Amerikaanse over laten komen. Het inkomen van de partner die overkomt, moet ten minste op het niveau van een bijstandsuitkering zitten.”
Huzarenstukje
Staatssecretaris Cohen zwaaide zo’n drie jaar de scepter over Vreemdelingenzaken in het kabinet Kok-II. Hoe deed hij zijn werk? Spijkerboer, stellig: „Ik vind Cohen een ongelooflijk knap politicus. Z’n voorgangers, zoals Schmitz en Kosto, zijn toch een beetje opgebrand door deze zware portefeuille. Cohen niet. Hij heeft de nieuwe Vreemdelingenwet zonder veel gedoe door de Tweede en Eerste Kamer geloodst. Het kan dan wel een politiek compromis zijn, maar ik vind het een knap huzarenstukje. Cohen heeft heel handig en behendig geopereerd. Zonder zich al te veel van stoere taal aan te trekken.”
Dit is het derde artikel in een serie van vier afleveringen waarin deskundigen het beleid van paars tegen het licht houden. Eerdere artikelen verschenen op 27 april en 4 mei.