De man was in november vrijgekomen van een eerdere veroordeling tot drie jaar cel omdat hij eerder zogenaamd als al-Qaida-strijder had gedreigd het Centraal Station van Leiden op te blazen. De (veiligheids)maatregelen rond de arrestatie van de verdachte kostten de overheid toen meer dan 100.000 euro.

Ditmaal belde de Leidenaar op 4 februari ’s ochtends de alarmlijn van de Haagse politie: „Dit is de Hofstadgroep. Ik wil 50.000 euro hebben, anders gaan het station Hollands Spoor, het Centraal Station, het Catshuis en de ABN AMRO de lucht in.” Even later liep hij het bankfiliaal aan de Kneuterdijk in, waar hij dreigend een briefje overhandigde aan een baliemedewerker: „Ik werk voor de Hofstadgroep. Geef 50.000 euro om onze acties te financieren. Anders blaas ik alles op.”

De bankmedewerkers schrokken daarvan, maar even later bleek toch dat de man een tikje in de war was. Zo vroeg hij opeens of hij „even naar de wc mocht.” De gewaarschuwde politie wist hem uiteindelijk binnen het bankgebouw in te rekenen. De man zei dat hij geld nodig had omdat hij die ochtend door de daklozenopvang op straat was gezet.

De Leidenaar, die elk psychiatrisch onderzoek weigert, werd in het verleden ook al eens veroordeeld voor het afpersen van bierbouwer Heineken, door te dreigen bier te vergiftigen.

De rechtbank doet op 16 mei uitspraak.