Koningin denkt niet aan aftreden
Koningin Beatrix denkt voorlopig niet aan aftreden. Ze wil haar zoon Willem-Alexander en Máxima de tijd geven zich voor te bereiden op het koningschap. Dat zei ze gisteravond in een uitgebreid tv-interview.
De Koningin keek in het gesprek met hoogleraar rechtsfilosofie Pessers terug op de afgelopen 25 jaar van haar regering. Zaterdag wordt herdacht dat Beatrix in 1980 het koningschap overnam van haar moeder.
Over 25 jaar geleden zegt de Koningin dat ze toen pas echt besefte wat het koningschap inhield. „Tot die tijd deed ik mijn eigen dingen, had mijn eigen gezin. Als je er dan opeens voor staat, blijkt alles toch heel anders dan je je hebt voorgesteld.”
Het verschil zit in veel details, zegt ze. „Maar vooral in de eenzaamheid.” Haar grootmoeder Wilhelmina beschreef zichzelf nog als „eenzaam, maar niet alleen.” Beatrix benadrukt daarentegen juist haar afhankelijkheid van anderen. „Hoewel je alleen bent, kun je niets alleen doen. Voor alle dingen zijn anderen nodig.”
Beatrix constateert vanaf het begin van haar regering „een generatieverschil” met koningin Juliana. „Mijn moeder liet mensen bijvoorbeeld bijna altijd naar het paleis komen. Ik vond het juist leuk om veel werkbezoeken te doen.”
Het koningschap is soms een last, laat Beatrix weten. „De last -als je het als een last wil zien- is vooral dat het continu is. Dat je altijd maar beschikbaar moet zijn, maakt het soms zwaarder dan het daadwerkelijk is. Een sabattical year? Nee, dat lijkt me niet reëel.” De Koningin zegt juist daarom te hechten aan een afgeschermd privé-leven. „Het is een voorwaarde voor de goede uitoefening van het ambt. Anders is het haast niet vol te houden.”
In dat licht noemt de Koningin met enige teleurstelling de toegenomen druk van de media in de afgelopen 25 jaar, en dan met name die van de roddelpers. „Vroeger was dat er ook, maar toch anders. De afstand is soms ver te zoeken.” Anderzijds vreest Beatrix de berichtgeving niet. „Mijn man had altijd de goede stelregel dat je privé-dingen ook privé moet houden, maar dat alles wat je doet ook naar buiten moet kunnen komen. Als dat dan gebeurt, moet je er altijd achter kunnen staan.”
De Koningin zegt kort dat ze zich in haar werk „gesteund voelt door mijn geloof.” Ze geeft aan niet te kunnen zonder de hulp van „onze lieve Heer.”
In het gesprek met Pessers schetst Beatrix het veranderde maatschappelijke klimaat van de afgelopen 25 jaar. Het is er niet aangenamer op geworden, vindt ze. „Met name ook de verharding. Alles gaat sneller. Het is oppervlakkiger. Het materialisme, daar ligt een groot accent op. Soms vind ik het wel jammer dat mensen ook in de omgang met elkaar zo veel grover zijn en het taalgebruik is er echt niet op vooruitgegaan.” De vorstin legde verder de vinger bij „de doorgeschoten individualisering.”
De twee politieke moorden die Nederland recent meemaakte, maken volgens haar duidelijk dat ons land nog niet tot rust is gekomen. De Koningin heeft echter wel vertrouwen in de Nederlanders. „We hebben een sterke samenleving, en al met al ook een heel gezonde samenleving. Al zullen we op den duur wel een níéuw evenwicht moeten proberen te vinden.” Over de rol van godsdienst daarin: „Vroeger gold tolerantie hier alleen binnen de christelijke stromingen. Tegenwoordig denk ik dat we dat begrip uit moeten breiden naar andere godsdiensten.” De Koningin lijkt niet van plan snel te stoppen met haar werk. „Willem Alexander en Máxima wil ik de rust geven om zich voor te bereiden op het koningschap. Net zoals ik dat heb gehad van mijn moeder. Ik gun ze van harte dat ze in rust kunnen genieten van deze periode in hun leven.”
Is de Koningin het wel eens oneens met een wet? „Dat doet niet terzake. Als ik er mijn handtekening onder moet zetten, moet ik me er alleen van vergewissen dat de wetten volgens de democratische spelregels tot stand zijn gekomen.”
De Koningin ziet geen probleem in de twee zijden van haar rol: wel staatshoofd zijn, maar geen invloed op het beleid kunnen uitoefenen. „De keerzijde van de ministeriële verantwoordelijkheid is dat ik overal van op de hoogte moet zijn. Ook moet ik de premiers soms informeren als ik dat nodig acht. Als in een bepaalde kwestie een geluid over het hoofd wordt gezien, dan attendeer ik hen daarop.”
Oud premier Lubbers erkende gisteren in dezelfde uitzending dat de Koningin ook bij formaties een sterke rol speelt. „Bij de benoeming van de premier, maar ook bij de minister van Buitenlandse Zaken.” Lubbers zegt erbij dat „in de jaren die ik heb mogen samenwerken met de Koningin, ik nooit een moment heb gehad dat haar zachte hand een sturende hand werd.”
Niet alleen ministers ontkwamen niet aan de screening van Beatrix. Ook de keuze van schoondochters werd door haar en haar man grondig overwogen. Het leverde haar het cliché van de ”boze schoonmoeder” op. Om dat beeld kan de Koningin glimlachen. Ze geeft toe dat ze samen met prins Claus altijd kritisch heeft gekeken naar de meisjes met wie hun zonen thuiskwamen. „Maar er is bij ons natuurlijk ook altijd die extra dimensie dat de functie veel vraagt.”
Ook al is er geen reden tot zorg, haast ze zich eraan toe te voegen. „Ik mag wensen dat iedereen zulke fantastische schoondochters heeft als ik. Dat is een voorrecht.” De Koningin is vooral verguld met de tijd die ze deelt met de kleinkinderen. „Nooit gedacht dat het zó leuk was. Ik ben blij dat mijn schoondochters me tijd met hun kinderen gunnen. Ik mag af en toe op ze passen. Dat is enig.”