Allochtoon heeft weinig met Oranje
Allochtone Nederlanders hebben weinig met Oranje en het Wilhelmus. Surinamers vormen een uitzondering. Van hen heeft 60 procent wel een Oranjegevoel, ook bij Antillianen is dit gevoel sterk aanwezig. Van de grote allochtone gemeenschappen hebben Marokkanen en Turken het minst met Oranje.
Dat blijkt uit de resultaten van een groot onderzoek uitgevoerd onder allochtone en autochtonen Nederlanders. De opdrachtgever, de Staatsloterij, bracht de resultaten donderdagmorgen naar buiten.
Voor deze ”nieuwe Nederlanders” geven Koninginnedag en het Nederlandse voetbalelftal het meest invulling aan hun Oranjegevoel. Koningin Beatrix en prinses Máxima zijn de Nederlanders die het Oranjegevoel het best vertegenwoordigen. Ook voor autochtone Nederlanders staat koningin Beatrix in dat opzicht op nummer één.
Van de ondervraagde allochtonen is de tweede generatie veel positiever over de Oranjegevoelens dan de generatie allochtonen die al langer in Nederland woont. Bij de Marokkanen is dat verschil het grootst. Van de oudere Marokkanen vindt 26 procent het Oranjegevoel positief, van de tweede generatie is dat 46 procent. Een vergelijkbaar verschil is te zien bij de Turken. Surinamers hebben van jong tot oud een sterk ontwikkeld Oranjegevoel.
Nieuwe Nederlanders woonachtig buiten de vier grote steden herkennen het Oranjegevoel meer (48 procent) bij zichzelf dan nieuwe Nederlanders woonachtig in de vier grote steden (39 procent). Onder de Marokkanen is dit verschil het grootst (48 procent buiten de vier grote steden ten opzichte van 23 procent binnen de vier grote steden). De Turken vormen hierop een uitzondering.
Over de Koningin denken de nieuwe Nederlanders vooral als iemand die afstandelijk, zakelijk en streng is (samen 49 procent). Een kleine 40 procent van deze groep herkent in de Koningin eigenschappen als moederlijk, hartelijk en betrokken. Van de ondervraagde autochtone Nederlanders omschrijft de grootste groep (26 procent) de Koningin als betrokken.
Als de ondervraagden de Koningin één vraag zouden mogen stellen, is de Nederlandse bevolking nieuwsgierig naar het moment van haar aftreden. Ook vragen zij zich af of de Koningin gelukkig is. Nieuwe Nederlanders zijn benieuwd naar het inkomen van koningin Beatrix en wat haar mening is over integratie en nieuwe Nederlanders.
Nieuwe Nederlanders zijn niet bekend met het Wilhelmus: 33 procent van de ondervraagden kent het Wilhelmus helemaal niet, 20 procent kent alleen de melodie en 14 procent weet een paar woorden te noemen.
Van de ondervraagde autochtone Nederlanders zegt de helft ten minste één couplet van het volkslied te kunnen zingen. Eenderde van hen kent één couplet en 11 procent kent alleen de eerste regel.
De meest genoemde meisjesnamen voor het tweede kind van Willem-Alexander en Máxima zijn Julia en Juliana en de meest genoemde jongensnaam is Claus.
Zie ook: ”Oud-premier De Jong zat aan enkels koningin”.