Exploitatieplan Betuwelijn moet overnieuw
Onder grote druk van de Tweede Kamer komt minister Peijs (Verkeer) terug op haar plan om de exploitatie van de Betuwegoederenlijn de eerste jaren te gunnen aan ProRail. Andere bedrijven mogen alsnog meedingen naar de commerciële taken en ook eventueel het onderhoud. Voor ProRail rest alleen het spoorbeheer.
De bewindsvrouw voorkwam daarmee op het nippertje dat de Kamer haar plan finaal zou afwijzen. Tijdens een overleg bleken alle fracties niets te voelen voor haar opzet, dat infrabeheerder ProRail met het Rotterdams Havenbedrijf de Betuweroute de eerste drie tot vijf jaar na de opening begin 2007 uitbaat.
Volgens de minister is met deze oplossing zeker dat de eerste treinen dan ook kunnen gaan rijden. Directeur Klerk van ProRail zei na afloop van het overleg echter daaraan te twijfelen. Hij voorziet flinke risico’s dat dat niet lukt. De een na de andere fractiespecialist kraakte Peijs’ oorspronkelijke voorstel om de definitieve aanbesteding uit te stellen vanwege financiële risico’s en de mogelijke kinderziekten in de technische systemen.
De Kamer heeft in een door de VVD ingediende motie om een kostendekkende exploitatie gevraagd om te voorkomen dat de Staat na de toch al miljarden euro’s duurdere aanleg opnieuw opdraait voor exploitatietekorten. „Het maakt geen biet uit wie de exploitatie doet, als het maar zo goedkoop mogelijk kan”, aldus PvdA-kamerlid Dijksma.
Met de VVD’er Hofstra pleitte zij er aanvankelijk voor de exploitatie helemaal „open te gooien” voor andere marktpartijen. Daarbij viel de naam van Towrail, een combinatie met onder andere Volker Wessels en Siemens. De minister heeft niet zoveel fiducie in de stevigheid van dat bedrijf. Zij prees ProRail aan als „de rijkswaterstaat van het spoor’, en verzekerd van „een hele sterke aandeelhouder, de Staat der Nederlanden”.
De ProRail-topman raamde vorige week in een hoorzitting in de Kamer de verliezen voor de Staat op de exploitatie van de lijn op 20 miljoen euro per jaar, tot minstens 2010. Zulke gigantische bedragen zouden het niet worden, aldus minister Peijs. Maar verliezen zijn onherroepelijk in de eerste jaren. „Een ingroeifase is nodig. Over vijftien jaar moet de lijn winstgevend zijn”.