Bellenblaasbubbels als protestwapen
Er zijn Nederlandse bedrijven bedreigd, zegt woordvoerder John Mills van de internationale wapenbeurs ITEC. Op de beursvloer van de RAI weet niemand ergens van.
Nette pakken worstelen zich naar binnen. Zeker zij die een militair uniform dragen, moeten het ontgelden. Ze krijgen confetti en bellenblaasbubbels over zich heen. De wapens van de actievoerders zijn vreedzaam.
De achtste International Training and Education Conference (ITEC), tot en met donderdag in de Amsterdamse RAI, trekt vogels van diverse pluimage. Congres- en beursgangers, maar ook actievoerders van het comité ITEC Vertrek!
Enkele tientallen demonstranten waren dinsdag de hele dag aanwezig bij de RAI. Op enig duw- en trekwerk met de politie na, toen de betogers de deuren wilden blokkeren, verliep de demonstratie rustig.
De actievoerders hadden bebloede poppen en doeken bij zich. Op borden stonden foto’s van concentratiekampen en misvormde kinderen als gevolg van nucleaire wapens. Op spandoeken hadden ze teksten geschreven als ”Stop de oorlog, Stop de geweldsspiraal”.
Demonstranten spraken de strak in het pak geklede bezoekers van de beurs aan met teksten als „Do you like to kill children” en noemden ze zakkenvullers. Actievoerders deden zich voor als slachtoffer en gingen, compleet met verband en nepbloed, voor de passerende auto’s van bezoekers liggen. Een van de bezoekers mompelde dat het „lekkere reclame” voor Nederland was.
ITEC is volgens de organisatoren geen wapenbeurs. „Het gaat hier over training en simulatie”, zegt woordvoerder John Mills. Om dat te bewijzen, sleepte hij een groep journalisten in sneltreinvaart mee naar de stand van Thales. Het Franse bedrijf levert een trucksimulator waarmee chauffeurs door een virtuele stad rijden. „We leveren dit apparaat aan civiele instanties. En waarom niet, ook aan militairen”, aldus de snelle verkoper. „De Nederlandse landmacht heeft pas twee systemen gekocht.”
Er mogen geen foto’s en tv-beelden op de beursvloer worden gemaakt. Bij de ingang moeten de tassen open. Er is steeds controle van de pasjes. Niet voor niets, benadrukt Mills. „Er zijn Nederlandse bedrijven die aan ITEC meedoen, bedreigd.” Welke dat zijn, kan en wil hij niet zeggen. „Vraag dat maar bij de politie.”
Wim Smith van TNO weet niets van bedreigingen. Ook zijn collega’s in het Nederlandse paviljoen komen eventuele dreigementen vreemd voor. Smith: „Het zou me ook verbazen. Dit is geen echte wapenbeurs.” Naast hem de cockpit van een F-16. Iets verderop probeert de NAVO goede zaken te doen. Een militair scheurt virtueel met een tank over de hei. Amerikaanse giganten als Boeing en Lockheed zijn aanwezig.
Volgens de demonstranten gaat het bij ITEC wel degelijk om wapens. Een geel foldertje meldt dat er „hightech snufjes” zijn te zien „gericht op het efficiënter elimineren van de vijand met minder slachtoffers aan eigen zijde.”
Intussen vragen de actievoerders zich af waar burgemeester Cohen toch is. Die noemde vorige maand de komst van de beurs naar Amsterdam „onwenselijk.”
Aangezien op de beurs geen wapens te koop zijn of worden tentoongesteld, kon Cohen het evenement niet verbieden. De sprekers vonden dat de burgemeester wel degelijk meer druk had kunnen uitoefenen, omdat de gemeente Amsterdam aandeelhouder is van de RAI.
Tijdens de middagmanifestatie buiten sprak ook SP-kamerlid Van Velzen het publiek vanaf een podium toe. Zij betitelde, gehuld in verband met nepbloed, de wapenbeurs als oorlogspropaganda.
Vreemde eend in de bijt was het Amsterdamse VVD-gemeenteraadslid Buurma-Haitsma. Onder luid boegeroep legde zij uit waarom haar partij vindt dat de ITEC wel degelijk in de hoofdstad kan plaatsvinden.
Het comité ITEC Vertrek! heeft geprobeerd de RAI te bewegen de wapenbeurs af te gelasten. Dat mislukte. Wel werd het geplande ITEC-diner dinsdagavond in het Tropeninstituut geannuleerd.
Woordvoerder Mills zegt binnen nog dat de organisatie geen problemen heeft met de demonstranten buiten. „Dit is een democratie en iedereen mag zeggen wat hij denkt.” De uitsmijter van Mills is dat de beurs volgend jaar mei weer plaatsvindt. In Londen.