Volgens Dijsselbloem moeten leerlingen aan het einde van hun schoolloopbaan op 'burgerschap’ worden getoetst. Burgerschapsvorming is onderdeel van het initiatief dat Dijsselbloem met zijn collega’s Hamer (PvdA) en Kraneveldt (LPF) heeft uitgewerkt. Dat plan omvat verder de verplichte ontmoeting van Nederlandse en buitenlandse kinderen op school.

Volgens Hamer is die ontmoeting essentieel om de integratie te bevorderen. De inhoud van die activiteiten willen de initiatiefnemers niet in de wet onderbrengen.

Hamer verwierp verwijten van SP en GroenLinks als zou dat tot wederzijds „apies kijken" leiden. Verder willen de initiatiefnemers dat scholen in een schoolgids het taalbeleid vastleggen. Dat betekent dat ze moeten verklaren wat ze doen om kinderen goed Nederlands te laten lezen en schrijven.

Hamer stelde dat het plan beter is dan het voorstel van minister Van der Hoeven van Onderwijs. „Er is geen sprake van kinnesinne", aldus Hamer, die in haar plan plan het accent legt op alle kinderen, terwijl de minister het vooral heeft over de integratie van allochtone scholieren in de Nederlandse maatschappij.

Van der Hoeven adviseerde de Kamer het PvdA–LPF–plan af te wijzen. De minister ziet de verplichte ontmoetingen als een aantasting van de vrijheid van scholen om de lessen naar eigen zin in te richten. Een meerderheid van de Tweede Kamer had in eerste termijn al laten weten er weinig in te zien scholen te verplichten een bijdrage te leveren aan integratie. Alleen de PvdA gaf volledige steun aan het plan.