Naar schatting 60 tot 70 procent van die vergunningen is helemaal niet nodig en kan worden vervangen door algemene regels of een meldplicht, zei voorzitter L. Hermans van werkgeversorganisatie MKB Nederland dinsdag bij de presentatie van het rapport ’De bomen en het bos’.

Het Economisch instituut voor het midden– en kleinbedrijf (EIM) heeft berekend dat ondernemers jaarlijks 7,1 miljoen vergunningen aanvragen. Dat kost hun aan administratieve lasten ruim 800 miljoen euro. Daarbovenop komt nog eens 500 miljoen euro aan legeskosten.

Bovendien duurt het vaak lang voordat vergunningen worden afgegegeven. Ook is niet duidelijk hoe de tarieven die ervoor in rekening worden gebracht, tot stand komen.

De kosten van zaken als rapportage en verlenging zijn nog niet in kaart gebracht, maar zijn een veelvoud van de 800 miljoen voor de aanvraag. „Het is ongeveer vijf– tot tienmaal dat bedrag", denkt J. Rats van de organisatie voor het midden– en kleinbedrijf.

Het kabinet moet volgens MKB Nederland het aantal vergunningen en de daaraan verbonden kosten drastisch terugbrengen. De overheid moet vergunningen nog dit jaar toetsen op nut en noodzaak. Al in 1996 concludeerde de Algemene Rekenkamer dat bijna 98 procent van de aangevraagde vergunningen wordt afgegeven, aldus MKB Nederland. De ondernemersorganisatie heeft de indruk dat de meeste aanvragen een formaliteit zijn.

Veel vergunningen, zoals bijvoorbeeld de reclamevergunning, kunnen eenvoudig worden vervangen door algemene regels die volgens de organisatie achteraf gecontroleerd kunnen worden. Zo nodig komt daar een meldplicht bij, zodat de overheid makkelijker de regels kan handhaven.

Ook het in elkaar schuiven van vergunningen helpt het enorme aantal terug te dringen. De organisator van een evenement moet nu wel tien vergunningen aanvragen. Dat kan heel goed worden samengebracht tot één.