Van de in totaal 39 verdachten die in november en januari werden gearresteerd op verdenking van criminele activiteiten ten behoeve van de Koerdische afscheidingsbeweging PKK, zitten er nu nog twee in voorlopige hechtenis. Behalve van deelname aan een criminele organisatie, worden ze ook verdacht van een afpersing in september 2003 in Veghel. Van de 21-jarige, die verdacht werd van afpersing, werd de voorlopige hechtenis maandag opgeheven. Maar hij werd meteen daarna weer vastgenomen omdat Duitsland om zijn uitlevering heeft verzocht.

Eén van hen, een 30-jarige man, verscheen maandag pro forma voor de rechtbank in Den Bosch en vroeg om opheffing danwel schorsing van de voorlopige hechtenis, maar de rechtbank wees zijn verzoek af. Hij werd net als de 21-jarige verdachte in januari in Nederland gearresteerd. De andere verdachte die nog vast zit werd in Duitsland aangehouden.

Op 12 november rolde de Nationale Recherche naar eigen zeggen een opleidingscentrum van de PKK op, dat gevestigd was op een kampeerboerderij in het Brabantse Liempde. Ook op andere locaties in Nederland werden verdachten opgepakt.

De raadkamer van het gerechtshof in Den Bosch stelde eerder 36 verdachten op vrije voeten. Het openbaar ministerie (OM) besloot vorige week achttien van deze mensen niet te vervolgen en zal tegen vijf verdachten vrijspraak te vragen. Dertien van de 36 personen die eerder werden vrijgelaten, onder wie de drie hoofdverdachten, worden nog wel vervolgd. De drie hoofdverdachten worden volgens het OM verdacht van deelname aan een terroristische organisatie. Zij zouden betrokken zijn geweest bij de organisatie van het opleidingscentrum.