Gezin Shoukry verhult christen-zijn niet
Vanaf het balkon zijn de piramides van Gizeh net te zien. De late middagzon werpt een gouden gloed over de spitse wereldwonderen. Busladingen westerse toeristen vergapen zich aan de symbolen van de Egyptische beschaving. Dure digitale camera’s leggen de eeuwenoude bouwwerken voor het nageslacht vast.
Voor de christelijke familie Shoukry is alleen het uitzicht op de piramides weggelegd. De welvaart van de buitenlandse vakantiegangers is voor hen absoluut onbereikbaar. Een gemiddeld fototoestel zou hen al snel een paar maandsalarissen kosten. En dat geld hebben ze maar al te hard nodig om het gezin draaiende te houden.
De Shoukry’s bewonen een bescheiden driekamerappartement in de wijk al-Baragil, aan de zuidwestelijke rand van de chaotische hoofdstad Caïro. Op slechts een steenworp afstand van de luxe vijfsterrenhotels rond de piramides, speelt zich het leven van de doorsnee Egyptenaar af.
Beton is hier het overheersende element - om de vele miljoenen inwoners van Caïro te herbergen. De minder fortuinlijke burgers moeten het doen met een plekje op het dak van een van de flatgebouwen.
Tussen de appartementenblokken ligt het afval hoog opgestapeld. Een vuilniswagen is in dit stadsdeel een onbekend fenomeen. Een meisje leidt haar kudde geiten tussen de huizen door. In plaats van op het land te grazen, doen de beesten zich tegoed aan het vuilnis. Als de afvalbergen te groot worden, gaat simpelweg de brand erin.
Op straat proberen kinderen kippen en andere etenswaren aan de man te brengen. Ezelskarren banen zich een weg door de smalle steegjes. Een slager hangt het vlees van een versgeslacht schaap buiten te drogen. De vliegen zijn hem uiterst dankbaar. Groepen jongeren hangen rond in de portieken. Werkloosheid is in Egypte sociaal probleem nummer één.
Een betonnen trap leidt naar de woning van de familie Shoukry, drie hoog. Acht mensen moeten het doen met een woonkamer, een keukentje en twee slaapkamers. Vader Shoukry Bishay (54) en moeder Aida Milik (49) hebben een slaapvertrek voor zichzelf. Grootvader Milik Abd al-Malak (90) heeft zijn bed permanent in de woonkamer staan. Twee criminelen sloegen hem op 27-jarige leeftijd de schedel in. Nog altijd is de deuk in zijn hoofd zichtbaar. De Egyptenaar overleefde de aanslag, maar kampt sindsdien met een ernstig spraakgebrek.
De overige vijf familieleden bevolken de tweede slaapkamer. Broers Ihab (27) en Tamer (26) slapen samen in één bed, evenals de beide zussen, Ingy (21) en Dalia (19). Alleen grootmoeder Anisa Michael (73) heeft een bed voor zichzelf.
Vandaag komen een oom en tante met hun twee kinderen onverwachts op bezoek. Snel slepen de dochters een stel matrassen naar de woonkamer, zodat hun familieleden kunnen blijven slapen. In allerijl wordt extra eten klaargemaakt. Gastvrijheid staat hier hoog in het vaandel.
De Shoukry’s behoren tot de koptische kerk, een orthodoxe denominatie die al bijna 2000 jaar oud is. Volgens de overlevering bracht de apostel Markus het christendom naar Egypte tijdens de regering van de Romeinse keizer Nero. De kopten zien in de stichting van hun kerk de vervulling van de profetie uit Jesaja 19 vers 19: „Te dien dage zal de Heere een altaar hebben in het midden van Egypteland, en een opgericht teken aan haar landpale voor den Heere.”
Te midden van een samenleving die voor meer dan 90 procent islamitisch is, probeert de familie haar christen-zijn te beleven. Ze maakt geen geheim van hun geloofsovertuiging. Alle gezinsleden hebben als kind het kenmerkende koptische kruis aan de binnenkant van hun rechterpols laten tatoeëren, een veel voorkomend gebruik onder kopten. Aan de wand hangen iconen en bijbelteksten. Uit een cassetterecorder klinkt een groot deel van de dag religieuze muziek.
Door de open ramen dringt het geluid van de muezzin naar binnen. Op klaaglijke toon roept hij de gelovigen op tot het vierde gebed van die dag. Plotseling vermengt het gebeier van de klok van de koptische kerk zich met de stem van de islamitische geestelijke. Het is tijd voor de wekelijkse jeugddienst.