Dat schrijft Remkes maandag in een brief aan de Tweede Kamer naar aanleiding van de rellen. Hij vindt het niet acceptabel dat een relatief kleine groep kwaadwillende supporters een te groot negatief stempel drukt op het voetbal. „De rekening die de maatschappij voor deze wedstrijden gepresenteerd krijgt is naar mijn mening veel te groot".

Remkes stelt in de brief dat het „vandalisme rond voetbalduels zijn onschuld heeft verloren”. „Daarop past mijn inziens alleen een daadkrachtig, gezamenlijk antwoord”. Tegelijk benadrukt hij dat het de overheid moeite kost om verregaande afspraken te maken met de KNVB en de clubs om alle mogelijkheden te benutten om de veiligheid te verbeteren. „Mijns inziens moeten dergelijke discussies tot het verleden behoren”.

De bewindsman wijst op de recente overleggen met burgemeesters, KNVB en zijn ministerie over de nieuwe voetbalcompetitie. Een van de maatregelen is dat voetbalclubs pasfoto’s verzamelen van voetbalfans, om degenen met een stadionverbod of relschoppers op de tribunes eenvoudiger te kunnen identificeren. „Over de invoering hiervan wordt echter al vele weken gediscussieerd”. Hij wil hier niet verder over praten en zal zich inspannen om dergelijke maatregelen zo snel mogelijk door te voeren.

Bovendien zal hij de burgemeesters Cohen van Amsterdam en Opstelten van Rotterdam vragen om nog deze week concrete maatregelen te bespreken met Ajax, Feijenoord, de KNVB, de politie en het Openbaar Ministerie. De minister zal het steunen als zij zouden besluiten om bij de wedstrijden tussen deze clubs volgend seizoen geen uitpubliek meer toe te laten.

Remkes heeft de stuurgroep bestrijding voetbalvandalisme opgeroepen op korte termijn bijeen te komen om de aanpak van het vandalisme te bespreken. Verder zal het auditteam van oud–staatssecretaris Vliegenthart de rellen van zondag onderzoeken.