Utrecht knapt Nedereindse Plas op
Provinciale Staten van Utrecht stellen 2,8 miljoen euro beschikbaar om de Nedereindse Plas bij Utrecht weer geschikt te maken voor recreatie. Dat is maandag besloten.
De plas is een voormalige vuilstortplaats van de stad Utrecht. Door een afdichting te maken op de bodem wordt het mogelijk van het water een groot multifunctioneel recreatieterrein in het verstedelijkte gebied te maken.
Het plan van de provincie kreeg de steun van het recreatieschap en de gemeenten Utrecht, Nieuwegein en IJsselstein. Provincie en stad starten komend najaar met de werkzaamheden. De totale kosten zijn 5,7 miljoen euro. De gemeente Utrecht draagt 1,6 miljoen euro bij en een vuilstortfirma 1,3 miljoen.
In de jaren negentig was het plan het water open te stellen voor recreatie. Kort voor de opening in 1996 ontstond er commotie toen bij duikinspecties bleek dat er obstakels in de plas aanwezig waren. Deskundigen vreesden ook dat er risico voor zwemmers zou kunnen ontstaan als gevaarlijk afval in het oppervlaktewater zou komen.
Bovendien bleken sommige oeverdelen te steil en daardoor mogelijk instabiel. De provincie stelde vanwege de risico’s voor recreanten toen een algeheel verbod op waterrecreatie in.
Of er na de afdichting weer gezwommen kan worden in de Nedereindse Plas, is nog niet duidelijk. Dat zal in 2007 worden beoordeeld.