Friese gedeputeerde dreigt op te stappen
Gedeputeerde B. Mulder (PvdA) stapt op als de Friese Provinciale Staten niet akkoord gaan met een versoepeling van de eisen aan het Fries in het onderwijs. Dat heeft een zegsman van Mulder donderdag laten weten.
In de huidige situatie is het Fries in het onderwijs gelijkwaardig aan het Nederlands. Gedeputeerde Mulder wil scholen echter zelf laten bepalen in hoeverre ze Fries doceren. Vooral omdat scholen in grote plaatsen niet aan de huidige eisen kunnen voldoen. De Staten willen echter dat het Fries en het Nederlands gelijkwaardig blijven.
Sinds de jaren zeventig hebben het Fries en het Nederlands in het Friese basisonderwijs een gelijkwaardige status. Dat betekent dat kinderen Fries moeten leren lezen en schrijven. In de nieuwe opzet die Mulder ondersteunt, is de minimumeis dat kinderen alleen nog maar Fries hoeven te kunnen verstaan en positief tegenover de taal staan.
Vooral scholen waar nagenoeg alle kinderen niet-Friestalig zijn, konden niet uit de voeten met de oude eisen. Basisscholen met alleen Friestalige leerlingen krijgen in de nieuwe opzet die Mulder wenst overigens de mogelijkheid om juist meer aan Friese taal en cultuur te doen.
Voorzitter J. Kramer van de statenfractie van de Fryske Nasjonale Partij (FNP) vindt dat het Fries op principiële gronden gelijkwaardig aan het Nederlands moet blijven. „Het huidige beleid heeft te weinig rendement. Maar iedereen draagt het Fries een warm hart toe, dus het is zaak om het rendement te verhogen en niet om de eisen aan te passen”, aldus Kramer. Volgens de fractievoorzitter van de Friese nationalisten zouden scholen bijvoorbeeld financiële premies moeten krijgen als een leerling een Friese toets succesvol aflegt. Per leerling is er per jaar in Friesland 5 euro beschikbaar voor het Fries.
De besluitvorming over de eisen aan het Fries in het onderwijs vindt trouwens in Den Haag plaats, omdat het Fries naast het Nederlands een officiële rijkstaal is. De provincie Friesland heeft vooral een adviserende rol.