Binnenland

Kamer ziet noodzaak meldpunt kinderontvoering

In navolging van belangenorganisaties en deskundigen die zich bezighouden met internationale ontvoering van kinderen, is ook de Tweede Kamer voorstander van een centraal expertisecentrum op dit gebied. Dat moet niet alleen dienen als kenniscentrum, maar ook als meldpunt. Dat bleek donderdag tijdens een gesprek tussen vertegenwoordigers van belangenorganisaties en leden van de Tweede Kamer.

ANP
7 April 2005 16:01Gewijzigd op 14 November 2020 02:25

Het gebeurt zo’n 120 keer per jaar dat kinderen, meestal uit een internationaal huwelijk, door een van de ouders wordt ontvoerd naar het land van herkomst. In Nederland staan verschillende particuliere stichtingen ouders in nood bij, maar een centraal centrum ontbreekt. Minister Donner van Justitie heeft de Tweede Kamer al laten weten dat een dergelijk centrum in oprichting is. Of dat ook overheidssubsidie krijgt, wordt echter pas later besloten.

J. Smits, voorzitter van de Stichting Kinderontvoering, uitte scherpe kritiek op het gebrek aan medewerking van Nederlandse ambassades en consulaten in landen waar kinderen naar toe zijn gesmokkeld. „Ze zijn vaak bang de diplomatieke betrekkingen te schaden en zijn daardoor niet geneigd hun nek uit te steken voor individuele gevallen”. Deze opvatting werd gedeeld door het Nederlandse Rode Kruis, het Bureau Jeugdzorg Overijssel en de stichting Gestolen Kinderen.

F. van der Reijt, kinderrechter in Den Bosch, wees op de noodzaak van een beveiligde omgangsregeling. Een probleem is vaak dat ouders na een scheiding het gezamenlijk gezag houden, ook als een van hen een ontvoering vreest. Volgens Van der Reijt moet de Nederlandse overheid het mogelijk maken dat een ouder onder toezicht zijn kind kan zien.

Volgens E. Kalsbeek, vice-voorzitter van de stichting Gestolen Kinderen, zou daarvoor het aantal omgangshuizen moeten worden uitgebreid. Nederland kent er nu twee. Volgens haar zitten momenteel 73 vrouwen met 102 kinderen ondergedoken in Nederland en het buitenland, omdat zij bang zijn voor een ontvoering.

Veel landen hebben zich aangesloten bij het Haags Kinderontvoeringsverdrag dat stamt uit 1980, maar een groot aantal, veelal Arabische landen, ook niet. Dat zorgt voor problemen. De Nederlandse overheid is geen voorstander om met die landen bilaterale afspraken te maken, maar de mensen uit het veld drongen daar donderdag toch op aan, omdat zonder die contacten het buitengewoon lastig is om tot een oplossing te komen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer