Bij ondernemers onvrede over paars
Bij de topmannen van de grootste Nederlandse ondernemingen heeft paars afgedaan. Zij hebben een sterke voorkeur voor een centrumrechts kabinet. De helft van de concerns heeft plannen om de productie over te brengen naar het buitenland uit onvrede met het vestigingsklimaat.
Dat blijkt uit een enquête van Het Financieele Dagblad en actualiteitenrubriek Nova onder bestuursvoorzitters van de grootste Nederlandse ondernemingen. Voor het onderzoek werden vijftig bestuursvoorzitters benaderd van grote ondernemingen als Shell, chipmachinefabrikant ASMI, Philips, Heineken, ABN Amro, en KLM. Van die groep vulden er 21 de enquête in.
Elf van de ondernemers zeggen te overwegen om hun investeringen naar het buitenland te verplaatsen vanwege het huidige vestigingsklimaat. Vier van hen voerden het fiscale regime en de hoge loonkosten in Nederland aan als reden om delen van hun productie te verhuizen.
Voorzitter J. Schraven van werkgeversorganisatie VNO-NCW is niet verbaasd over de onvrede over het vestigingsbeleid. „Als er één ding duidelijk uit de enquête komt, is het wel dat ondernemers weinig vertrouwen hebben in de gevestigde politiek”, aldus de werkgeversvoorman in Het Financieele Dagblad.
Vorige week bleek uit onderzoek van zakelijke dienstverlener Deloitte en Touche dat van de 234 Nederlandse bedrijven in de industrie 62 procent zijn onderzoeksafdeling naar het buitenland wil verhuizen. De week daarvoor meldde supermarktconcern Ahold om fiscale redenen zijn interne bank uit Nederland weg te halen.De geënquêteerde bestuursvoorzitters lijken volledig uitgekeken op paars. Driekwart van hen wil geen coalitie tussen PvdA, VVD en D66 meer. De ondernemers zijn voorstander van een nieuw kabinet van centrumrechtse signatuur.
Van de ondervraagde topmannen stemt 81 procent VVD en de rest CDA. De VVD’ers Zalm (38 procent) en Wiegel (24 procent) zijn favoriet als nieuwe premier. De helft vindt de opkomst van Fortuyn (zeer) positief, maar niemand stemt zelf op hem of wil hem in het kabinet of in het eigen concernbestuur.VNO-NCW is op voorhand huiverig voor regeringsdeelname van Groen Links, iets wat op grond van de peilingen onontkoombaar is als CDA en PvdA samen een coalitie vormen. „Laat ik het netjes zeggen: als een belangrijk deel van het Groen Links-programma regeringsbeleid zou worden, dan zou Nederland een buitengewoon ondernemersonvriendelijk land worden. Dat kunnen we ons niet veroorloven”, aldus Schraven.
De ondernemers hebben allemaal lof voor het financiële beleid van paars. Als meest urgente probleem van dit moment noemen ze de aanpak van de criminaliteit. Twee van de drie ondervraagde bestuursvoorzitters vinden dat het nieuwe kabinet hieraan de hoogste prioriteit moet geven. De toekomst van de gezondheidszorg en de WAO komen daarna. Andere kwesties die moeten worden aangepakt, zijn onder andere de economische structuurversterking, de immigratie van allochtonen, de vervoers- en infrastructuurproblematiek en het onderwijs.
Alle ondernemers vinden de salarissen van de premier en de ministers te laag. Het inkomen van de minister-president moet van de huidige 127.100 euro gemiddeld bijna verdrievoudigd worden tot 354.000 euro. De voorstellen bewegen tussen de 160.000 en de 1 miljoen euro. De honorering van de ministers moet ruim worden verdubbeld van 108.900 euro nu naar gemiddeld 259.800 euro.
Door een loonsverhoging verbetert het niveau van politici, vindt 45 procent van de ondernemers. Eenzelfde percentage denkt dat een hoger salaris daar misschien voor zal zorgen, terwijl 10 procent verwacht dat dit niet zal helpen.
Bijna geen enkele ondernemer wil zelf de politiek in. Voor de Tweede Kamer, het Europees Parlement, de Europese Commissie, Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten voelt niemand. Twee van de ondervraagde topmannen zijn nog wel te porren voor de Eerste Kamer, terwijl er maar een minister (Verkeer en Waterstaat) wil worden.