Wel wordt nog gekeken naar de belasting van het vliegend personeel door de hoge frequentie van uitzendingen. Dat blijkt uit een brief over het ongeval die deze week naar de Tweede Kamer wordt gestuurd.

De helikopter stortte op 29 augustus neer tijdens een routinevlucht van Kabul naar Bagram. De twee vliegers konden het toestel nagenoeg ongedeerd verlaten voordat het in brand vloog en volledig werd verwoest.

Uit een eigen onderzoek van de luchtmacht kwam naar voren dat het om een vliegersfout ging. De ene vlieger verkeerde in de veronderstelling dat de andere vloog en vice versa. Daardoor raakte het toestel in een duikvlucht die vanwege de lage hoogte niet meer was te corrigeren.

De tijdelijke commissie ongevallenonderzoek defensie (TCOD) uitte flinke kritiek op het door Defensie uitgevoerde onderzoek. Weliswaar voldeed het onderzoek aan de minimale internationale eisen, maar het ontbeerde diepgang. Een crash gebeurt niet zomaar. Vaak hebben zich al eerder problemen voorgedaan die alarmerend hadden kunnen werken als ze goed waren opgepakt, redeneerde de TCOD.

Verder verbaasde de commissie zich over het ontbreken van een officieel vastgelegde procedure voor het overgeven van de bediening van het toestel van de ene vlieger naar de andere.

Defensie voert aan dat de commissie het niet nodig heeft gevonden een eigen onderzoek in te stellen en de conclusies van het onderzoek van de luchtmacht grotendeels heeft onderschreven. Het is het ministerie wel opgevallen dat de TCOD de afgelopen jaren voortdurend kritiek leverde op de diepgang van het eigen onderzoek van Defensie naar ongevallen, zoals bij het duikongeluk in Den Oever.

Staatssecretaris Van der Knaap heeft daarom zijn mensen gevraagd met de nieuw opgerichte Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) om de tafel te gaan zitten en de gewenste onderzoeksmethoden te bespreken. Een dergelijk gesprek is met de inmiddels opgeheven TCOD nooit gevoerd.