„Pedagogische onmacht bij ouders”
Zeven jaar is ds. A. Schreuder bestuursvoorzitter van de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap. Binnenkort neemt hij afscheid. „In die jaren heb ik de opvoedingsproblematiek zien toenemen.”
„De scholen hielden zich zeven jaar geleden vooral met onderwijs bezig”, zei ds. Schreuder zaterdagmiddag tijdens de contactdag van lerarenvereniging KLS. „Nu zie je dat scholen stormenderhand door ouders worden bevraagd, vanuit een geweldige pedagogische onmacht.”
Ds. Schreuder wees erop dat in heel veel reformatorische gezinnen een gezagscrisis heerst. Zowel het gezag van de ouders als dat van Gods Woord neemt af. De notie „dit mag niet, omdat de Heere het zegt” lijkt bij een deel van onze jongeren niet meer te landen.
Gezinnen zijn opener, ook door de multimedia. „De mobiele telefoon werkt bij kinderen, vaak op een leeftijd waarbij je je afvraagt waarom ze zo’n ding hebben, individualisme in de hand. Hoe vaak zijn gezinsleden nog bij elkaar? Weten ouders nog waar hun kinderen mee bezig zijn?”
Het grote probleem is dat de vreze des Heeren wijkt, zei de Rijssense predikant. „Weten kinderen nog hoe God een mens bekeert en horen ze dat nog van mensen die in die Godsvreze mogen leven, die afmanen van de zonden en die hen jaloers maken? Bij onze jongeren merk ik dat ze wel accepteren dat de Heere vroeger werkte, maar dat Hij het nu ook nog doet, staat soms ver af van hun belevingswereld.”
We kunnen enquêtes aanhouden en analyses schrijven, maar waar zijn degenen die zuchten en uitroepen over alle gruwelen? vroeg ds. Schreuder. „Bij doopsbedieningen heeft de Heere me meermalen bemoedigd dat Zijn trouw zal rusten op het late nageslacht. Reformatorische jongeren hebben identificatiefiguren nodig. Wat is het een uitzondering aan het worden als je, ook van degenen die bidden geleerd hebben, hoort dat ze worstelen met land en volk, dat ze zuchten voor de jeugd. Dan is er ook verwondering over wat we nog mogen hebben, ook in ons onderwijs. Het is een ontzaglijk gevaar dat onze eigen scholen vanzelfsprekendheden worden. Laten we onze drijfveren ook meer aan anderen uitleggen. Dat hebben we te weinig gedaan, en daarom worden we met fundamentalistische moslims op één hoop geveegd.”
Ds. Schreuder signaleerde dat de grondslag van de reformatorische scholen nog dezelfde is, „maar toch merk je alom verlegenheid. Het is aangrijpend als noties uit de catechismus gerelativeerd worden. De invloed van de evangelische stromingen neemt toe. Het is zo aantrekkelijk: de mens die toch iets kan.
We neigen ook steeds meer naar het neocalvinisme: het gevoel dat we een opdracht in de wereld hebben, zonder dat de vreemdelingschap wordt beleefd. Het neocalvinisme onderkent niet de diepte van de verlorenheid van ons hart. De doordenking hiervan krijgt te weinig aandacht, doordat er zo veel op onze scholen afkomt. Begeleide confrontatie moet ook beginnen met innerlijke distantie, die opkomt uit vrees voor de zonde.”
Ontken de zorgen niet die er zijn, zei ds. Schreuder. „Laten we zoeken naar een hernieuwde invulling van de betrokkenheid van ouders en kerkenraden. Docenten moeten identiteitsdragers zijn. Sollicitanten kunnen de identiteit vaak moeilijk verwoorden en praktisch invullen; daarin zie je het gemis aan identificatiefiguren.”
„Reformatorisch onderwijs onderscheidt zich doordat er geen evangelisatiemotief is”, stelde de Rijssense predikant. „We hebben een verantwoordelijkheid voor onze eigen kinderen. Evangelisatie is hard nodig, maar moet op een andere wijze plaatshebben.”
De discussie spitste zich toe op de vraag of het reformatorisch onderwijs een taak heeft in de integratie van allochtonen. „Als we daar ja op zeggen, overvragen we onszelf”, ds. Schreuder. „We hebben een taak ten opzichte van de vreemdeling in de poort, maar dat moet niet in het onderwijs. Als Van der Vlies oppert om tot 10 procent allochtonen toe te laten, maakt hij van de uitzondering de regel. Ik heb daar groot bezwaar tegen. We zijn maar een heel kleine minderheid en de scholen zijn van levensbelang om onze jongeren te laten wortelen in de identiteit en hun bescherming te bieden tijdens de groei naar de volwassenheid. We helpen onze gezinnen als we het isolement van de scholen intact houden. Onze gezinnen krijgen al zo veel te verduren.”
Forumlid H. J. van Berkum sloot zich aan bij de waarschuwing voor situatie-ethiek (overal een mening over moeten hebben zonder de grondpatronen te doordenken): „We moeten niet alleen inhaken op de waan van de dag, maar ook de gereformeerde leer onderwijzen.”