Geen verbod voor moslimstichting
De rechtbank in Amsterdam heeft donderdag bepaald dat er geen aanwijzingen zijn dat de stichting al-Haramain terroristische activiteiten van al-Qaida ondersteunt.
Al-Haramain kwam in juni vorig jaar in opspraak toen bekend werd dat de Verenigde Staten en Saudi-Arabië de organisatie verdenken van financiële steun aan moslimextremisten. Nederland bevroor daarop alle financiële tegoeden van het Amsterdamse filiaal van de Saudische organisatie.
Het openbaar ministerie in Den Haag vroeg de rechter de islamitische liefdadigheidsorganisatie te verbieden. Donderdag wees de rechtbank het verzoek af.
Het OM betoogde dat al-Haramain en de voorzitter van de Nederlandse stichting zijn opgenomen op een speciale sanctielijst van de Verenigde Naties. Deze lijst vermeldt organisaties en personen die ervan worden verdacht banden te hebben met terroristische organisaties als al-Qaida en/of de Taliban. Ook hield het OM de rechtbank voor dat de Nederlandse stichting geen afstand neemt van terroristische activiteiten.
De rechter stelde vast dat het OM zelf geen aanwijzingen naar voren bracht waaruit blijkt dat al-Haramain betrokken is of is geweest bij terroristische organisaties. Ook de AIVD gaf in augustus aan niet over dergelijke aanwijzingen te beschikken.
De rechtbank gaat ervan uit dat al-Haramain alleen op de VN-sanctielijst is geplaatst door het aanblijven van de omstreden voorzitter. Na wisseling van de voorzitter kan de stichting weer beschikken over haar vermogen, dat volgens de rechtbank voldoende is voor het verwezenlijken van het doel dat in de statuten is opgesteld: de wereldwijde hulpverlening aan hulpbehoevende mensen.
Het Saudische ministerie van Islamitische Zaken heeft de organisatie in oktober wel ontbonden. Saudi-Arabië en de VS kondigden ook aan gezamenlijk op te treden tegen de buitenlandse filialen van al-Haramain in Nederland, Afghanistan, Albanië, Bangladesh en Ethiopië.
CDA-Tweede-Kamerlid Van Fessem vindt het jammer dat de rechter de ontbinding afwijst. „Het is gewoon een onfrisse stichting. Ze wordt niet voor niets elders in de wereld aangepakt.” Het OM kan nog in beroep. Van Fessem vestigt zijn hoop ook op een nieuwe wet die bij de Eerste Kamer ligt. Die houdt in dat een stichting die op de Europese lijst staat makkelijk ontbonden kan worden. „Dat is beter dan zo’n lastige juridische weg waarbij justitie van alles moet bewijzen.” De EU-lijst wordt ieder halfjaar geactualiseerd.