Twintig jaar geëist in moordzaak Bredase
Het openbaar ministerie heeft donderdag voor de rechtbank in Breda twintig jaar celstraf geëist tegen de 34-jarige A. N. uit Made. Justitie houdt de man verantwoordelijk voor de moord op de Bredase Tinka van Rooij (27) op 26 mei vorig jaar.
N. bekende eerder de vrouw te hebben vermoord. Met drie medeverdachten liet het lichaam van de vrouw in het water van de Biesbosch verdwijnen. Van Rooij werd op 9 juni gevonden.
N. vertelde de rechtbank donderdag dat hij door heel het land hennepkwekerijen had en dat Van Rooij hem daarbij had geholpen. Zij wilde uit het criminele wereldje stappen, maar wist te veel van de drugshandel van N. en zijn handlangers. De vrouw zou zwijggeld van N. hebben geëist.
Volgens justitie heeft de man zich van het lichaam van Van Rooij ontdaan door het in plastic te rollen en in de Merwede te laten zakken. Samen met zijn medeverdachten zocht N. een diepe plaats in de rivier op. Het viertal zou de plannen voor de moord weken van tevoren gesmeed hebben.
De 34-jarige medeverdachte De B. verklaarde tot ieders verbazing dat hij niet betrokken is geweest bij de moord op de Bredase. Hij schoof alle schuld in de schoenen van hoofdverdachte N. Officier van justitie R. Lemstra dacht daar anders over.
Volgens haar regelde De B. de plaats waar de moord moest worden gepleegd, zorgde hij voor het wapen, liet hij de auto van Van Rooij verdwijnen en hielp hij mee het lichaam in de Merwede te dumpen. Zo hadden alle verdachten hun eigen rol bij de moord. Vandaag zouden de raadslieden aan het woord komen.