Meditatie: Vreugde over Christus’ hemelvaart
„O God, zij hebben Uw gangen gezien, de gangen mijns Gods, mijns Konings, in het heiligdom.”
Psalm 68:25
De gelovigen zijn bijzonder verheugd als zij zien op Christus’ hemelvaart. Hij, Die omwille van ons arm en een Man van smarten is geworden en door velen bespot werd – Hij is Zijn vernedering te boven gekomen en voer als Overwinnaar ten hemel. Het was een blijde dag voor Israël toen David, samen met het hele volk, de ark ophaalde uit het huis van Obed-Edom en naar de berg Sion bracht. Het hele volk was blij, en David, die gedreven werd door de Heilige Geest, huppelde voor de ark. Over deze gebeurtenis zingt de dichter in Psalm 68.
Niet minder vreugdevol was de dag dat Salomo tot koning gezalfd werd en de troon van Israël besteeg. Het hele volk trok met hem mee en juichte zo hard, dat de aarde ervan dreunde en spleet.
Maar met hoeveel meer heerlijkheid en vreugde zal de Heere Jezus dan Zijn intocht gedaan hebben in de hemel? Hoe groot zal het gejuich geweest zijn waarmee de engelen Hem verwelkomd hebben? Hoe blij waren de gezaligden toen ze Hem zagen in Zijn majesteit?
Laten wij ons dan niet afzijdig houden, maar in blijdschap uitroepen: „Het Lam Dat geslacht is, is waardig te ontvangen de kracht, en rijkdom, en wijsheid, en sterkte, en eer, en heerlijkheid, en dankzegging” (Openb. 5:12).
Wilhelmus à Brakel,
predikant te Rotterdam
(“Redelijke Godsdienst”, 1700)
Wilhelmus à Brakel (1635-1711) wilde niet alleen dat zijn lezers zouden geloven in hemelvaart als heilsfeit, maar ook dat zij er „gelovig gebruik” van zouden maken. Christus trekt vanuit de hemel aan hun hart. Laten zij gevolg geven aan die trekkende kracht, en hun hart tot Hem opheffen. De meditaties de komende dagen zijn genomen uit A Brakels “Redelijke Godsdienst” (De Banier, 2016), als onderdeel van de serie Oud Goud.